Recensie: Fraaie schepsels De grote stern in Nederland, Ed Buijsman

De eerste zin in het Woord vooraf neemt me al helemaal in voor het toch al zo fraai uitziende boek Fraaie schepsels De grote stern in Nederland van Ed Buijsman. Kees Moeliker, als bioloog verbonden aan het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, beschrijft hoe hij elk jaar in april ‘steevast de Bouwersdam in Zeeland opzoekt om getuige te zijn van de terugkeer van de grote stern.’ De Brouwersdam dus, één van mijn favoriete plekken om vogels te kijken. En dan ook nog eens voor de grote stern, één van de iconische vogels die Nederland rijk is.

Ed Buijsman, als chemicus gespecialiseerd in het vakgebied atmosferische chemie, brengt in zijn boek Fraaie schepsels. De grote stern in Nederland  200 jaar geschiedenis van de grote stern in kaart. Hij spaarde kosten noch moeiten om zoveel mogelijk thema’s te bespreken. Het is dan ook met recht een standaardwerk over deze sierlijke vogel te noemen. Hij putte uit archieven en ging in gesprek met direct betrokkenen en ooggetuigen. Het leverde wis en waarachtig een formidabel boek op dat ook nog eens rijkelijk versierd is met indrukwekkende foto’s.

Tweehonderd jaar geschiedenis van de grote stern. Eigenlijk is het nog meer, alleen zijn de bronnen van vóór de negentiende eeuw bijzonder vaag over de grote stern. De  grote stern was tot die tijd gewoon een van de meeuwensoorten in ons land en werd op die grote hoop gegooid. Pas in 1785 werd de grote stern voor het eerst als afzonderlijke soort beschreven. Door een Britse ornitholoog genaamd John Latham uit Dartford.

In Nederland wordt de grote stern ook pas in de negentiende eeuw als afzonderlijke soort genoemd. Wel wijzen oude bronnen op een eiland boven Texel als paradijs voor zeevogels: het zogenaamde Eijerland. Er werden jaarlijks duizenden eieren geraapt door de kastelein van het eiland. Toen kon dat nog… Het is het duurste boekwerk dat ooit in Nederland is verschenen dat de grote stern als eerste vermeldt: het beroemde werk Nederlandsche Vogelen van Cornelius Nozeman en Christiaan Sepp. In die tijd moet de Nederlandse kust een walhalla zijn geweest voor vogels als de grote stern.

Iedereen weet dat de mens zich lange tijd (en ik vrees ook nu nog) als het middelpunt van de schepping heeft beschouwd waar alles voor is gemaakt. Zo ook grote sterns. Een grote stern is waarschijnlijk niet te eten (de eieren trouwens wel), maar de veren staan maar al te mooi op een dameshoedje. En dus werden er aan het begin van de twintigste eeuw ontelbare sterns geschoten om de bevallige hoofden van de Nederlandse dames te versieren. Later werd hiervoor de term ‘sterntjesmoord’ gemunt. Dat vanaf 1908 de grote stern onder de bepalingen van de Vogelwet viel, had niet meteen tot gevolg dat de jacht werd gestaakt. Handhaving liet te wensen over. Daar kan ik me overigens alles bij voorstellen. Geen weerbarstiger volk dan kustbewoners die de zee en haar bewoners als hun eigendom beschouwen.

Ed Buijsman publiceerde al eens eerder een boek, namelijk over het befaamde vogelgebied De Beer in wat nu de Europoort is (dit boek is ook nu nog leverbaar onder de titel Een Eersteklas Landschap). Ook hier broedden ontelbare zeevogels, waaronder de grote stern. Het werd als een van de kroonjuwelen van de Nederlandse natuur beschouwd. Helaas is dit gebied ten onder gegaan vanwege de vooruitgang in ons land. Industrie kwam en de vogels moesten wijken. Spreekt vanzelf dat De Beer ook in Fraaie schepsels De grote stern in Nederland wordt genoemd en beschreven.

Ik heb de neiging om maar te blijven putten uit dit bijzonder rijke boek, maar zelfs een recensie op internet kent zo zijn beperkingen. Je kunt stellen dat er geen onderwerp is dat met de grote stern te maken heeft, of Buijsman bespreekt het wel in Fraaie schepsels De grote stern in Nederland. Kosten noch moeiten heeft hij bespaard om archieven te raadplegen. Je leest over het wel en wee (vooral veel wee!) tijdens de Tweede Wereldoorlog. Plotseling werden er weer eieren van de grote stern geraapt en niet weinige ook. Niemand minder dan de grote bioloog Nico Tinbergen wees na de oorlog op het belang van de ‘groote, smakelijke eieren voor de voedselvoorziening.’ De Beer werd tijdens de oorlog ook ernstig aangetast, maar bleef een natuurgebied van formaat tot het eindelijk ten onder ging in het industriële geweld.

Als chemicus is Buijsman gespecialiseerd in milieuverontreiniging. Het hoofdstuk ‘Vogels vallen dood uit de lucht’ spreekt in dit verband boekdelen. En die vogels bleken grote sterns te zijn op Schouwen-Duiveland. De zegenrijke onderneming Shell bleek een van de grootste veroorzakers van alle ellende te zijn door de productie van drins in Pernis, een soort bestrijdingsmiddel. De productie van die bestrijdingsmiddelen had enorme nadelige effecten op kustbroedvogels die massaal stierven. Het duurde tot 1990 tot de productie van het middel aldrin werd beëindigd. Spreekt vanzelf dat niet alleen de grote sterns massaal het slachtoffer werden van de lozingen van giftige afvalstoffen in het milieu…

Vanaf de jarig zestig werd een begin gemaakt van wetenschappelijk onderzoek naar de grote stern in Nederland. Vanaf dat moment herstelde de populatie zich enigszins met recent grote kolonies op Utopia (Texel), Markenje (Goeree-Overflakkee) en de Hooge Plaaten (Westerschelde). In de laatste hoofdstukken besteed Buijsman aandacht voor het wel en wee van de grote stern tijdens de afgelopen decennia. Waarbij ook een aantal beschermers aan je worden voorgesteld. Mooi ook het register van de belangrijkste broedgebieden helemaal achterin het boek.

Fraaie schepsels. De grote stern in Nederland is een boek dat zichtbaar met heel veel passie is geschreven en samengesteld. Wil je alles weten over de grote stern in Nederland dan moet je dit boek lezen. De talloze afbeeldingen maken het tot een feest om door te bladeren. Mooi dat dit soort boeken nog altijd kunnen verschijnen!

Fraaie schepsels. De grote stern in Nederland / Ed Buijsman / Uitgeverij Matrijs / als hardcover