Tussen de steden Tilburg, Eindhoven en ‘s-Hertogenbosch liggen ongeveer 60.000 hectares grond natuurlijk mooi te zijn. In deze driehoek vind je allerlei biotopen, variërend van lemige en zandige, natte en droge, open, half-open en gesloten leefgebieden. In het Groene Woud kom je dan ook een rijk geschakeerde flora en fauna tegen. De veldgids Fauna en flora van het Groene Woud richt zich speciaal op dit gebied. Ga je er wandelen of fietsen, dan kun je met deze gids in de hand alle veel voorkomende soorten planten, paddenstoelen en dieren op naam brengen.
Interessante natuurgebieden
Het handige van een veldgids gericht op een specifiek gebied is dat je er niet alleen dieren en planten in ontdekt. Je ontdekt ook de meest interessante natuurgebieden. In het Groene Woud zijn dat gebieden als het Dommeldal met het Groot Duijfhuis in Liempde als uitvalsbasis. Tussen Boxtel, Sint-Oedenrode, Best en Oirschot vind je landschapsreservaat De Mortelen. En zo noem ik ook Landgoed Nemerlaer, Het Bossche Broek, Het Wijboschbroek, De Geelders en de Oisterwijkse Bossen en Vennen. Eén van de meest bekende gebieden is natuurlijk de Kampina, maar ook De Loonse en Drunense duinen mogen er zijn. Stuk voor stuk gebieden die zich uitstekend lenen voor een ferme wandeltocht of zelfs een langer verblijf.
Allerhande biotopen
In het Groene Woud vind je allerhande biotopen. Welke zijn dat? Allereerst leembossen, waar je een kalkrijke leemlaag in de bodem vindt die moeilijk doorlaatbaar is voor water. In de leembossen wandel je bovendien langs eikendreven. Populierendreven en weiden geven het landschap weer een heel ander aanzien, evenals de gemengde bossen. Stuifzand, naaldbossen en heidegebieden bekoren ook velen. En dan moeten ook nog genoemd worden de beekvalleien, de natte heide en vennen, de landgoederen en wegbermen. Het is goed om deze biotopen te benoemen en in beeld te brengen welke dieren en planten je daar kunt aantreffen. Elke biotoop blijkt zijn eigen rijkdom te hebben. Wie het ziet en ervan geniet, zal het niet alleen waarderen maar ook willen beschermen.
Een totaalgids
De Fauna en flora van het Groene Woud is een totaalgids. Daarmee bedoel ik: het beschrijft ontzettend veel organismen in de grootste groepen van levensvormen, de zwammen, planten en dieren. Het is een gids voor de gewone natuurliefhebber, dus de insteek is laagdrempelig en toegankelijk. De gids beschrijft niet minder dan 732 soorten paddenstoelen, dieren en planten en het kan dus niet missen dat je op je tochten door het Groene Woud wel een paar soorten uit de gids zult tegenkomen. Het herkennen van de soorten gebeurt op het zicht. De veldgids bevat dus geen ingewikkelde determinatiesleutels. Je ziet een plant, onderzoekt zijn kenmerken en gaat vervolgens op zoek naar een sterk gelijkende plantensoort in de gids.
De grote groepen van levensvormen worden verder verfijnd. Zo kom ik een pagina tegen met zevental soorten bladvormige korstmossen. Die pagina opent met het bosschildmos en sluit af met de Gewone poederkorst. De illustraties zien er levensecht uit en vormen een goede basis voor herkenning op het zicht. De bijbehorende informatie is kort, krachtig en toegankelijk en niet alleen gericht op de herkenning, maar ook op het delen van een interessant feitje. Zo lees ik bij de Gewone poederkorst dat deze soort goed bestand is tegen luchtvervuiling.
Vele soortgroepen
Mossen, plaatjeszwammen, boleten, varens, struiken, kruiden, grassen, loopkevers, boktorren, juffers, libellen, nachtvlinders, wespen, kreeftachtigen, slakken, vogels, vleermuizen en andere zoogdieren, vissen, reptielen en amfibieën, een hele stoet aan paddenstoelen, planten en dieren komt voorbij. En bij elke soort is de aanpak hetzelfde: een paar plaatjes en een toegankelijke beknopte tekst. Zo zie ik bij de vogels vaak een plaatje van een zittende vogel en het vliegbeeld. In de beschrijving van de zwarte specht lees ik ook dat hij sporten in de vorm van uitgehakte stammen achterlaat. In die stammen zoekt hij naar mieren en keverlarven. Je komt deze imposante spechtensoort vooral tegen in ouder bos met dikke bomen.
Conclusie
Wil je liefde kweken voor de natuur in een bepaalde regio, dan zul je die natuur op een goede en toegankelijke manier moeten ontsluiten. Dat gebeurt in de gids Fauna en flora van het Groene Woud. Woon je in het Groene Woud, of ga je er regelmatig heen om er te wandelen of te fietsen, dan is dit een leuke gids om mee te nemen en te raadplegen. Het is een gids voor de ‘gewone’ natuurliefhebber die zich breed interesseert. Ook wie een bovengemiddelde interesse heeft voor de natuur kan zijn voordeel met deze gids doen. Niet zozeer vanwege de soortbeschrijvingen, maar veeleer door het benoemen van de vele natuurgebieden in het Groene Woud, compleet met praktische informatie. Voor mij is deze gids een ontsluiting van een voor mij relatief onbekende streek. Zeker weten dat ik binnenkort één van de genoemde natuurgebieden ga bezoeken.
Fauna en flora van het Groene Woud / Bart Muys, Hans Baeté en Toni Llobet / Sterck & de Vreese / als paperback