Na Nico de Haan is Hans Dorrestijn misschien wel Nederlands bekendste vogelaar. Zeker na het succesvolle televisieprogramma De Baardmannetjes. Depressiviteit is Dorrestijn niet vreemd; taalvirtuositeit zijn handelsmerk. In Dorrestijns Vogelgids stijgt zijn sarcasme tot grote hoogte met zichzelf en de mensheid om hem heen als dankbare mikpunten. Dorrestijns Vogelgids is een iconisch boek over vogels kijken. Elke vogelliefhebber met een beetje zelfspot zou het eigenlijk gelezen moeten hebben. En vogelliefhebbers zonder zelfspot al helemáál!
Het moet bijna tien jaar geleden zijn geweest dat ik Dorrestijns Vogelgids voor het eerst las. In onze stoffige vakantiewoning van Nederlandse eigenaren in Bourgondië. Deze week herlas ik het boek en dat was opnieuw hardop lachen. Dorrestijn weet als geen ander zijn onvermogen op het gebied van vogels (en op tal van andere gebieden) te etaleren. Kleuren onderscheidde hij niet, totdat een vogelvriend eens door zijn verrekijker keek. Bleek hij jarenlang door een veredelde speelgoedkijker te hebben geloerd. Zijn eerste vogelgids was Wat vliegt daar? Laat dat nou net ook mijn eerste vogelgids zijn geweest, met diezelfde vale vogelplaatjes! Het verschil tussen oeverloper, bosruiter en poelsnip gaat hem te hoog. En ziet iemand appelvink dan ziet Hans hem zeker niet. Immer te laat en altijd de weg kwijt. Het verhaal van Dorrestijn is bekend: een ongelukkige jeugd bracht hem in de kroeg, aan de alcohol en in zware depressies. Zijn bekering tot vogels bracht de ommekeer. Kroeggenoten moesten hem missen en voortaan wat het mee op groepsreis naar oorden in Spanje, Bulgarije en Polen. Een wonder dat Dorrestijn na al die uitstapjes heelhuids terugkeerde, want pech kleeft hem aan als een uitgelopen tattoo zijn drager. Zijn observaties zijn ondertussen fabuleus en getuigen van een scherp gevoel voor drama en tragiek. Naar aanleiding van een boerenzwaluw die zijn platgereden vrouwtje wil bevruchten, schrijft hij:
‘Leven is lijden, ook voor de dieren. Als we troost zoeken in de natuur, vinden we die alleen als we ons door ons verstand laten bedriegen.’
Dorrestijns Vogelgids is bepaald geen kost voor lezers met een week hart of een teer zieltje. Heb je burgermansfatsoen hoog in het vaandel, laat Dorrestijns Vogelgids dan dicht of slalom professioneel om erupties van zinnebeeldig taalgebruik heen. Ook doorgewinterde feministen kun je het maar beter niet cadeau doen, tenzij het er eentje is die bij grote uitzondering beschikt over een onverwachte portie zelfspot. Geheel niet in de geest van Dorrestijn zou je het trouwens juist wél cadeau moeten doen aan feministen.
De typetjes die hij in zijn verhalen invoert, zijn de cabaretier die Hans Dorrestijn is, waardig. Zijn ex-vrouw Carla duikt regelmatig op. Het verhaal over de avonturen met zijn jonge vriendin Debby is legendarisch. En het sterven van vriendin Suusje onderstreept de gevoelige aard van de auteur (die prompt gekweld wordt door zelfvertwijfeling). Maar:
‘Ik putte troost uit de verschijning van de Grijze Gors die de sobere schoonheid van zelfs de Keep overtreft. Op de een of andere manier belichaamt de Grijze Gors de hoop op beter, hoop op een betere wereld voor mens en dier, al heb ik daarvoor geen bewijzen.’
Ik ken geen schrijver die zijn natuurbelevenissen zo onder woorden weet te brengen als Hans Dorrestijn. Zijn gevoel voor taal, zijn depressieve aard, zijn zelfspot en zijn scherpe waarnemingsvermogen (zolang het gaat om menselijk gedrag, vogels waarnemen kunnen talloze anderen stukken beter dan hij) staan garant voor een hilarisch, meeslepend en gevoelig boek. Heerlijke afwisseling voor als je al die andere al te serieuze natuurboeken even wilt wegspoelen. Het is een iconisch boek over vogels kijken. Plat op de bank, je hoofd op een zacht kussen en je besef van tijd vervaagt. Ben je fan van Hans Dorrestijn, lees dan ook zijn boek Dorrestijns Natuurgids.
Dorrestijns Vogelgids / Hans Dorrestijn / Nijgh & Van Ditmar / Paperback