Inderdaad, de dromerige titel is helemaal waar: Dit gaat nooit voorbij. De velden, de akkers, de wei, het ven, de populieren, de beek, het fluitenkruid. En natuurlijk alle vogels. Ze gaan nooit voorbij en zouden ze om welke reden dan ook toch verdwijnen, dan nog zitten ze in je hoofd en koester je de momenten dat je met de vogels sprak, de kale bomen in het gelid zag staan of het ijs hoorde zingen. Schrijver en kunstenaar Octavie Wolters, auteur van onder andere Het lied van de spreeuw en de roman Voorland, maakte het prachtige vogelboek Dit gaat nooit voorbij. Een reis met de vogels langs alle seizoenen. Over hoe je troost kunt vinden in de kleine wonderen van de natuur.
Januari. De populieren staan kaal en zwart in het gelid. Op één van de takken zit een merel. Of hij het koud heeft, vraagt de wandelaar. De merel hoort het verrast aan als kende hij geen kou. De wandelaar vertelt de merel dat de kale bomen over een paar maanden weer groen zullen zijn, en de akkers erbij. Zou de merel besef van tijd hebben? De wandelaar denkt na. De merel weet alleen wat hij ziet. Verleden en toekomst kent hij niet. Alleen het nu is wat voor hem telt. De tijd verstrijkt voor hem niet. Hij vliegt hij er samen mee weg, even langzaam, even snel.
De mezen in april. Ze luisteren naar de wandelaar die hen vertelt dat troost iets zinloos is. Waarom, vragen de mezen haar. Troost leek me zo klein, zo broos. En dan, bijna op het eind van het verhaaltje: Troost betekent overgave. De mezen knikken. Troost is er als al het andere al lang vervolgen is.
Ik zie de vogels zitten. De merel, de mezen, en ook de winterkoning, kievit, boerenzwaluw, de zwartkop, kokmeeuwen, de mus, koolmees, ekster, scholekster en tot slot de blauwborst en de zilverreigers als toegift.
Een blauwborst in december, die was blijkbaar vergeten om af te reizen. Een blauwborst in december, een wonder in zichzelf. Helemaal wanneer hij op de wijsvinger van de wandelaar landt. Misschien is de essentie van geluk wel een vogel, de liefde ervoor.
‘Dit gaat nooit voorbij,’ zeg ik.
‘Dit gaat nooit voorbij,’ zegt de blauwborst
Het vertel- en kunstboek Dit gaat nooit voorbij is een dromerig boek. De auteur wandelt elke maand door de natuur en ontmoet telkens een andere vogel. Gesprekken ontstaan, vogels zijn wijs, ze troosten en suggereren, de auteur weet zich getroost, gelooft in wat ze niet kan zien, is gelukkig in het meest eenvoudige.
Dit gaat nooit voorbij is een boek om voor te lezen voor kinderen en een boek om stilletjes te lezen voor volwassenen. De litho’s van de vogels zijn wonderschoon. Ik zou het liefst los willen snijden om aan de muur te hangen, maar dan is het boek kapot en dat wil ik niet. De filosofische gesprekken met de vogels voeren je de stilte in, laten je gedachten dwalen tussen de planten, bomen, over de akkers en de velden.
Dit is een boek om te lezen, te bekijken, te herlezen en opnieuw te bekijken. Het formaat van het boek maakt ook al indruk.
Kortom, een wonder van een boek!
Dit gaat nooit voorbij / Octavie Wolters / Uitgeverij Ploegsma / als hardcover