Wat is de belangrijkste uitvinding door ons Hollanders? Juist ja, onze dijken. Zonder dijken zou Nederland niet bestaan. Het water zou ergens bij Amersfoort tegen de duinen klotsen. Over de Hollandse delta zonder dijken kun je als natuurliefhebber alleen maar dromen. Dijken dus. Achter de dijken wonen wij. En achter die dijken liggen ook fraaie natuurgebieden. Sterker nog, de dijken zijn vaak een natuurgebied op zich. Vandaar vandaag enige aandacht aan een boek dat alleen in Nederland kan verschijnen: Dijken van Nederland van Eric-Jan Pleijster Cees van der Veeken.
Al meer dan tweeduizend jaar lang houden dijken ons land droog. De dijkdoorbraken uitgezonderd, want ook een dijk verzwakt wel eens of is niet bestand tegen natuurgeweld. Met soms afschuwelijke gevolgen, denk alleen maar aan de Watersnoodramp in 1953. De belangrijkste oorzaak van deze ramp was overigens de slechte staat waarin onze dijken destijds verkeerden. De dijken zijn weliswaar de belangrijkste uitvinding van ons Hollanders, maar ons Hollanders zijn ook wel eens wat zuinigjes. En wie in onze contreien geen geld besteedt aan onderhoud van de dijken, die moet voorbereid zijn op het ergste.
Maar ondertussen valt er in Dijken van Nederland voor liefhebbers van dijken veel te genieten. Je kunt het zo gek niet verzinnen of het staat wel in Dijken van Nederland. Mits het maar te maken heeft met, ja inderdaad: onze dijken. Prachtige kaartjes van al onze dijken, van waterkerende dijken, dammen en stormvloedkeringen. Van regionale dijken en overige dijken. Zelfs een kaart van verdwenen dijken tref je in Dijken van Nederland aan. Waterliniedijken zijn ook een bijzonder fenomeen. Die dijken hadden niet zo zeer als functie het water buiten te houden. Nee, deze dijken hadden als doel de vijand buiten te houden door de inzet van water. Bijzondere geschiedenis. Bij alle dijkvormen krijg je een heldere uitleg.
Een van de mooiste kaartjes in Dijken van Nederland vind ik die van de hoogteligging van de dijken. Tja, dan zie je inderdaad dat zo ongeveer bij Amersfoort het watergevaar van de Noordzee begint af te nemen. Slechts rond de rivieren liggen nog wat dijken, verder is het land naar het oosten maar opvallend dijkloos. Welk deel van Nederland onder water dreigt te komen bij een vloed of stijgende waterspiegel zie je in één oogopslag.
Gelukkig hebben de auteurs van het boek Dijken in Nederland ook oog voor de natuur. De mooiste natuur van het laagland ligt vaak achter de dijken, schrijven ze. ‘Maar er is ook natuur op de dijk zelf.’ De vorm van de kruin en de taluds trekt een gevarieerde bloem- en kruidenrijke vegetatie aan. Ik heb in mijn jeugd een aantal keer een bloemdijk op het eiland Tholen helpen onderhouden. Zulke bloemdijken vind je ook in de rest van Zeeland. Maar ook buitendijks, in de Oosterschelde, Westerschelde en Waddenzee vind je prachtige natuur. Loop bij eb maar eens over het drooggevallen talud. Draai een steen om en kijk hoeveel leven er onder schuil gaat. Pas wel op dat je niet uitglijdt over het spekgladde wier. Vooral het groene wier is ontzettend gevaarlijk. Wil je weten welke dieren en planten je op het talud van de dijken aantreft, dan is dit een heel praktisch veldgidsje.
Dijken van Nederland is een dijk van een boek. Zeg maar de Bosatlas voor dijkliefhebbers. De meest opmerkelijke dijken worden geportretteerd, vele dijkverhalen worden vertelt en dat alles omdat wij Hollanders zo eigenwijs zijn geweest om ons onder de zeespiegel te vestigen. Een opmerkelijk boek dus. Zuinig zijn op onze dijken. Zuinig zijn op de natuur op en rond de dijken. Hoewel het misschien moeilijk is om dé Nederlandse identiteit vast te stellen, één element maakt er zeker deel van uit: onze dijken.
Dijken van Nederland / Eric-Jan Pleijster en Cees van der Veeken / Nai010 Uitgevers / Gebonden