Diersporen kom je overal tegen. In de natuur, in de tuin of op straat. Je denkt al snel aan pootafdrukken, maar ook keutels, eieren, plukjes haar en afgekloven dennenappeltjes laten zien welk dier je voor was. En dan geldt voor veel dieren dat je wel hun sporen ziet, maar niet het dier zelf. Welk dier was daar dan? De gloednieuwe Diersporengids van Martin Laußer is een handige zakgids om sporen te herkennen van dieren die je niet ziet, maar er wel zijn!
De Diersporengids is weer een fraaie uitgave van Uitgeverij Kosmos. Uitgevoerd in een lekker compact formaat zodat je het makkelijk meeneemt. Zowel de voor- als achterkant zijn uitgevoerd met handige flappen die je snel naar de juiste pagina’s brengen. De Diersporengids bevat duidelijke kleurenfoto’s en -illustraties, het beste van twee werelden dus. Zelf heb ik meestal het liefst een gids met duidelijke illustraties in handen, omdat illustraties je vaak beter op details kunnen wijzen dan foto’s. De sporen zijn in de Diersporengids geïllustreerd, de dieren zijn afgebeeld door prachtige foto’s.
Het eerste hoofdstuk, een uitgebreide inleiding, bevat veel informatie over het zoeken, determineren en interpreteren van sporen. Zo wordt uitgelegd dat sommige dieren soms letterlijk een dwaalspoor uitzetten. Edelherten lopen in de sneeuw bijvoorbeeld een paar meter in hun eigen spoor terug en slaan dan plotseling af. Achtervolgers komen op die manier op een doodlopend pad terecht en zijn dan letterlijk het spoor bijster. En de foto ernaast geeft een beeld van een torenvalk die een muis ving in de sneeuw. Dit is een bijzondere afdruk van vleugels die de muis ‘mantelden’. Natuurlijk wordt in dit hoofdstuk ook ingegaan op allerlei andere sporen, als veren en haren, uitwerpselen, burchten, nesten en eieren, eetsporen en zelfs akoestische sporen oftewel: geluidsporen. Wil je in de natuur met kinderen gaan spoorzoeken, dan krijg je allerhande tips voor hoe je dit het beste kunt aanpakken. Een wandeling door de natuur blijkt dan opeens zo saai niet meer!
In het tweede deel begint het ‘echte werk’: de sporen zelf. Achtereenvolgens worden besproken én afgebeeld: prenten en loopsporen, uitwerpselen en afscheidingen, nesten en burchten, eieren en legsels, veren en geweien, eetsporen en braakballen en overige sporen. Hiermee biedt de Diersporengids vrijwel alle sporen van de meest voorkomende dieren. Op minstens één aspect is de Diersporengids een welkome aanvulling op alle gangbare vogelgidsen: de eieren en veren van een groot aantal vogels worden afgebeeld en beschreven. Zelfs de beste vogelgids van dit moment, de ANWB Vogelgids van Europa bevat geen overzicht van vogeleieren en losse veren. Een gemis waar de Diersporengids deels in voorziet.
Het derde hoofdstuk vind ik ook heel handig. Dit hoofdstuk biedt een groot aantal dierportretten. Het is feitelijk dus een diergids die informatie biedt over een groot aantal vogels, zoogdieren en insecten. De beknopte en toegankelijke beschrijving geeft informatie over het uiterlijk, voorkomen, voedsel, geluid en natuurlijk: de sporen die het betreffende dier achterlaat.
De Diersporengids van Martin Laußer is een fraaie en praktische veldgids voor wie diersporen wil herkennen. Met de Diersporengids in handen is speuren naar sporen makkelijker en prettiger dan ooit. Deze zakgids doet waar hij voor geschreven is: hij maakt je enthousiast om sporen te gaan zoeken en is bij het herkennen van de sporen een uitstekend hulpmiddel. De Diersporengids is oorspronkelijk in het Duits verschenen en dat betekent dat je voor een aantal dieren de grens over zult moeten. Leuk toch, dan heb je er ook tijdens je vakantie iets aan.
Vergelijking met de Veldgids Diersporen van Annemarie van Diepenbeek
Een tijdje geleden besprak ik de Veldgids Diersporen. Een zeer uitgebreide veldgids waarin ontelbaar veel sporen minutieus worden besproken. En met minutieus bedoel ik echt: tot in de fijnste details. De Veldgids Diersporen is niet voor niets ruim twee keer zo zwaar als de Diersporengids. Leg je beide veldgidsen naast elkaar, dan valt op dat de Diersporengids veel toegankelijker is. De illustraties zijn groter en duidelijker, de beschrijvingen zijn duidelijk en bevatten nauwelijks vaktermen. Ik denk dat je grofweg kunt stellen dat de Veldgids Diersporen vooral voor professioneel gebruik is bedoeld. Boeren, jagers, natuurgidsen en terreinbeheerders hebben er een uitstekend naslagwerk aan. De Diersporengids van Martin Laußer is duidelijk bedoeld voor een veel breder publiek, voor de liefhebbers dus. Vanwege het formaat en gewicht is de Diersporengids ook meer geschikt om mee te nemen in het veld dan de Veldgids Diersporen (denk ik).
Diersporengids / Martin Laußer / Uitgeverij Kosmos / Als paperback en als e-book