Recensie: De zeearend, Nienke Beintema

Een ontmoeting met de zeearend gaat niet in je koude kleren zitten. De enorme gestalte boezemt ontzag in. En toch. Eeuwenlang werd de zeearend vervolgd, zo hevig dat hij uitstierf in ons land en grote delen van Europa. En nu is hij weer terug en raken velen in vervoering wanneer ze er één zien. Nienke Beintema reist in haar boek De zeearend mee met deze enorme roofvogel. Ze gaat in gesprek met kenners, ze bezoekt gebieden waar de zeearend floreert en denkt na over de toekomst van de zeearend en de natuur in het algemeen.

Hoe kijken wij naar de zeearend? Of: hoe keken wij naar de zeearend? De tijd waarin we leven blijkt hierin een grote rol te spelen. In de voor-moderne tijd vereerden we de zeearend, zo blijkt uit grafvondsten op de Schotse eilanden. De doden werden er begraven te samen met de enorme klauwen van de zeearend. Ook inheemse volken in Canada en Noord-Amerika vereenzelvigden zichzelf met de roofvogel. Breekt de moderne tijd eenmaal aan, dan is het gedaan met de lieve vrede. De zeearend wordt als concurrent van de mens beschouwd. Hij rooft de knobbelzwanen van de Prins van Oranje, jaagt in bergachtige gebieden jonge geiten de dood in en zou het zelfs hebben voorzien op baby’s en jonge kinderen. En misschien zat het zelfs dieper: de mens was immers de kroon op de schepping en niet de soevereine zeearend? De ene concurrent kan die andere niet uitstaan. En dus moest de roofvogel het veld ruimen.

Al in het eerste hoofdstuk zat ik er meteen in. Ik liep met baron Snouckaert mee en zag hem in één vloeiende beweging zijn geweer trekken en een zeearend schieten. Tijdgenoot Jac. P. Thijsse hoorde ik verzuchten dat de schade die roofvogels veroorzaken heel beperkt is. De verkenning van een eeuwenoude grafkelder op het eiland Orkney vond ik ronduit fascinerend. En tot mijn verrassing kom ik zelfs een korte cultuur-historische verkenning in eeuwenoude geschriften tegen, waaronder de Bijbel. In de Bijbel en bij de oude Grieken stond de zeearend overigens symbool voor hoop, kracht en zorgzaamheid. Vanuit dat perspectief onbegrijpelijk dat juist in het christelijke West-Europa de zeearend zo hevig werd vervolgd dat hij in grote delen uitstierf.

En toch, hij is weer terug. Ondanks de kaalslag van de natuur in ons land. Dat is de paradox die als een rode draad door het boek De zeearend van Nienke Beintema loopt. Waar komen die ‘nieuwe’ zeearenden toch vandaan? En wat is de aantrekkingskracht van ons overbevolkte land op deze toppredator?

recensie de zeearend nienke beintema

Nienke Beintema gaat op bezoek bij mensen die zich bezig houden met de zeearend. Met boswachter Thomas van der Es vaart ze door de Biesbosch en ziet ze drie reusachtige roofvogels tevoorschijn komen vanachter een rij populieren. Twee oudervogels en een jong. ‘Het koningspaar van de Biesbosch.’ Beintema beschrijft hoe de zeearend wist te profiteren van de strijd tegen het water in de Lage Landen. Het Deltaplan Grote Rivieren zorgde voor nieuwe natuur en in die nieuwe natuur voelt de zeearend zich thuis als een vis in het water. Haast overal waar de rivieren meer ruimte kregen, komt de zeearend nu voor.

Ze gaat ook haar eigen geschiedenis met de zeearend na. In het Duitse moeras Peene-Haff-Moor zou ze moeten luisteren naar een betoog van haar docent, maar haar gedachten dwalen mee met de zeearenden die voorbij flappen. Ze blikt terug op haar verblijf aan de andere kant van oceaan.

En dan zwenkt haar blik weer terug, naar voor mij bekend terrein: Goeree-Overflakkee, naar mijn voormalige woonplaats Ooltgensplaat, ook al een hotspot voor de zeearend. Dirk van Straalen, ecoloog en voorzitter van de landelijke Werkgroep Zeearend leidt haar rond door de overweldigende natuur in en rond het Krammer-Volkerak. Natuur die eindelijk in evenwicht is nu de blauwalg zich terug trekt. Maar toch zijn de bedreigingen niet verdwenen. Beleidsmakers hebben het plan opgevat om het water in het Krammer-Volkerak te verzilten. Weg kolonies grote zilverreigers, kleine zilverreigers en lepelaars. En hoogstwaarschijnlijk de broedende zeearenden erbij. Hoewel dat natuurlijk niet helemaal zeker is. Zeearenden en zout water gaan prima samen, zo ontdek ik tijdens latere verkenningen langs Schotse en Noorse kustgebieden. Haar bezoek aan Goeree-Overflakkee eindigt op de dijk bij Ooltgensplaat. Daar zien ze een zeearend boven het dorp zweven. Ik ben helaas net te vroeg uit het dorp verhuisd om dat te kunnen zien.

En weer wendt Beintema de steven. Nu naar Noorwegen. Daarna weer terug naar Nederland, naar het Zuidlaardermeer en naar de IJsseldelta waar Martijn de Jonge, een bekend natuurfotograaf en ook al een auteur van een boek over de zeearend, rond vaart. Hier leer ik dat het in Nederland feitelijk nog ontbreekt aan beleid rond de bescherming van nesten van de zeearend. Het wordt tijd dat zulk beleid wordt ontwikkeld. Het aantal zeearendnesten groeit immers gestaag. En valt er dan onverhoopt een vorstperiode in februari, dan kan het zomaar zijn dat schaatsers en zeearenden elkaar ontmoeten en je snapt wel wie daarvan de dupe is.

Terug naar Duitsland, en weer terug naar Nederland, naar de Oostvaardersplassen en door naar Schotland waar de zeearend ook compleet was uitgestorven, maar waar door succesvolle herintroductie weer een populatie rondvliegt. De mitsen en maren van herintroductie worden later uitgebreid besproken met Rob Bijlsma, één van de roofvogelkenners die ons land rijk is. Een kleurrijk fotokatern zet de beeldende verhalen kracht bij.

Beintema bracht met verschillende tussenpozen ook een behoorlijke tijd door in Noord-Amerika. De verhalen over haar ervaringen met de bald eagle zijn al even boeiend als die over de zeearenden in Europa. Met als belangrijke verschil met de situatie in Nederland dat ze in Noord-Amerika in pure, ongerepte natuur leefde. Lynxen, herten en twee soorten beren liepen in de tuin. En op sommige plaatsen langs de rivier zat haast in elke boom een bald eagle! Wil je je leven wijden aan de zeearend, dan is dit boek verplichte kost. Al was het maar, omdat je al lezende ook de beste gebieden voor de zeearend wereldwijd ontdekt. Chilkat River in Alaska is zo’n plaats. Hier paaien de zalmen het hele jaar rond. ‘Dus daar verzamelen zich zeearenden in de winter. Duizenden bij elkaar.’ En toch, het aantal zeearenden loopt gestaag terug. Maar dat is nog niet eens de grootste zorg van Pam, een lokale vogelteller. Het is de zalmstand die haar zorgen baart. Klimaatverandering en overbevissing trekken hun spoor. En daardoor: minder zalmen stroomopwaarts en minder voedingsstoffen van de dode zalmen in de beek en in het bos en dat is funest voor het hele ecosysteem. Wat blijkt: isotopenonderzoek wijst uit dat een derde van de bouwstoffen van de bossen afkomstig is uit de zee, lees: de zalm.

Dan terug naar de Nederlandse situatie. Wat is de kwaliteit van de ecosystemen daar? En wat zijn de kansen en bedreigingen voor de zeearend? Wat doen de windmolenparken met onze grootste roofvogels? Wat is de invloed van pesticiden en van lood? Ik kijk op van het verhaal van het lood. Lood blijkt een van de belangrijkste doodsoorzaken te zijn van de zeearend. Het aas dat zij eten is wel eens doorzeefd met hagellood. De eenden die ze vangen hebben soms loodkorrels in de maag. Het hoopt zich op in de zeearenden die dan uiteindelijk het loodje leggen. Tijd dat jacht en visserij het gebruik van lood definitief afzweren, is mijn conclusie.

In het laatste hoofdstuk verkent Beintema de toekomst van het Nederlandse landschap. Zal het lukken om de talloze functies van ons landschap op een goede manier met elkaar te verbinden? Zodanig dat mens en natuur elkaar niet in de weg zitten, maar elkaar aanvullen of zelfs verrijken? De plannen liggen er, nu de uitwerking nog. Met hopelijk nog meer zeearenden in ons lage landje.

Deze recensie kun je ook bijna in boekvorm uitbrengen. Misschien iets te lang, maar het is een teken dat ik het boek De zeearend van eerste zin tot de laatste met ontzettend veel plezier heb gelezen. Dat komt in de eerste plaats door de persoonlijke en verhalende vorm waarvoor zij heeft gekozen. Ook de veelvuldige sprongen van Nederland naar Duitsland, Noorwegen en tal van andere landen spelen een prettige rol. Dit is een buitengewoon afwisselend en daardoor levendig verhaal waar je ondertussen heel veel van opsteekt. Over de levenswijze van de zeearend, maar ook over cultuur-historische gegevens. Ik verbaasde me erover hoe ik op één avond ongemerkt complete hoofdstukken had gelezen. Dan is een boek echt goed geschreven. En uiteindelijk overstijgt De zeearend het eigenlijke onderwerp de zeearend. De roofvogel die als een feniks uit zijn as herrees in de Lage Landen blijkt een heuse aanjager voor een beschouwing over de toekomst van het Nederlandse landschap en de natuur. En dat biedt weer langdurige stof tot nadenken.

Kortom, hier past slechts één advies: lezen dit boek!

De zeearend / Nienke Beintema / Atlas-Contact / als paperback en als e-book

Verwelkom nieuw leven in jouw tuin dit broedseizoen!