De afgelopen twee weken las ik de roman De mierenkaravaan van Mariken Heitman, na Wormmaan en De wateraap haar derde roman. Kiek is de hoofdpersoon, eigenaar een een biologische tuinderij die ze samen met vrijwilligers onderhoudt. Het leven van Kiek is betrekkelijk voorspelbaar, maar dan overkomen haar twee dingen. Er meldt zich een mysterieuze haas op de tuinderij en er wordt een ziekte bij haar geconstateerd.
De mierenkaravaan is de metafoor voor een stoet aan mieren die heen en weer lopen zonder met elkaar in botsing te komen. Ze besnuffelen elkaar, volgen elkaar geurspoor en daarmee een duidelijke lijn. Zou Kiek, gehecht als ze is aan de richting die haar leven op de tuinderij heeft, haar koers weten te behouden, of zal ze afwijken, op zoek naar een ander spoor, een ander doel in haar leven?
Wat mij fascineert in de roman De mierenkaravaan is de trefzekere verbeelding van het leven op de kwekerij. Met de alwetende verteller volgen we Kiek en haar team van vrijwilligers de seizoenen door. Zie hoe ze zwoegen in het zweet des aanschijns (niet de woorden van de verteller, maar die van een andere verteller, voor de kenner: een verteller die deze woorden enkele duizenden jaren geleden formuleerde), hoe ze de strijd aangaan met vorst, droogte, insecten, slakken, schimmels, muizen en uiteindelijk ook de mysterieuze haas die vrijwel uitsluitend door Kiek wordt waargenomen en ook nog eens op onregelmatige tijden. Ziet de haas haar ook, houdt hij rekening met Kiek, is er sprake van strijd of co-existentie?
Fascinerend is hoe Heitman het leven en werken op de tuinderij tot in de finesses in beeldende taal beschrijft. Zie hoe Kiek over de tuinderij loopt, zich met een vrijwilliger bukt bij de bonen, andijvie, de prei en de kolen. ‘Stroperig loopt ze naar het knoflookbed. Ze ziet verder niets, ook niet de struikachtige sperziebonen rechts van het pad, die er alles aan doen om haar te verleiden.’ Ze heeft de diagnose van de neuroloog net gehoord en daarmee is alles veranderd in haar leven en vooral dit: ‘Vroeger dééd ze dingen, nu overrompelen ze haar.’ Zoals de haas haar overrompeld, ben ik geneigd te denken.
Alles is met elkaar verbonden. Kiek met de vrijwilligers. De gewassen op de tuinderij. De dieren en de gewassen. Het bodemleven en de gewassen. Kiek en haar Wende die het liefdeskoord dat hen verbindt na de diagnose doorsnijden, maar verbonden blijven ze. Het valt voor Kiek niet mee om het spoor dat ze voor zichzelf heeft uitgestippeld te verlaten, om nieuwe wegen in te slaan, zich aan te passen aan de nieuwe omstandigheden, aan de beperkingen die de ziekte met zich meebrengt, de horizon van het leven die er plotseling zo anders is uit komen te zien. De alwetende verteller neemt ons bij de hand, maar slechts nu en dan, en ook als bij verrassing en even dacht ik dat het de haas was die begon te vertellen, maar de haas blijft een mysterie, evenals de vraag of het zoogdier welkom is of niet, want in de ene week neemt Kiek maatregelen om het dier buiten te sluiten en een bladzijde later rent het dier haar leven weer binnen en dwingt het Kiek om stil te staan, te beschouwen en te overwegen.
De mierenkaravaan. De metafoor die aan het begin van de roman de toon zet. De ware metafoor is voor mij echter de tuinderij die evenals het lichaam en de geest van Kiek aan verandering onderhavig is. Niets op de tuinderij heeft een voorspelbaar verloop. Wie als Kiek, alles bij het oude en vertrouwde wil houden, die komt bedrogen uit. De tuinderij verandert mee met de seizoenen en geen seizoen is het zelfde. Zelfs dreigt even de tuinderij ten onder te gaan aan de gevolgen van de ziekte, maar raadselachtig is het verloop erna. En zacht het inzicht dat de tuin niet van Kiek is, maar dat er een ander verband is, een relatie die veel dieper gaat dan dat van bezit en bezitter. Hoe zal ze afscheid nemen van de tuinderij? Ik weet het niet, het einde van de roman is even mysterieus als zacht. Alsof er een zijden kleed wordt uitgespreid, je voelt hem niet, die laatste punt, en wat blijven zijn de vederachtige planten die zacht boven je hoofd wuiven. Een groots verhaal is ten einde.
De mierenkaravaan / Mariken Heitman / Atlas Contact / als hardcover en als e-book
De beste verrekijkers voor vogelaars
De beste verrekijkers in de prijsklasse tot EURO 300,00 Goede en betrouwbare verrekijkers voor beginnende vogelaars en voor mensen die niet te duur uit willen zijn. |
1. Vortex Diamondback HD 10x42 Helder beeld, ook bij weinig licht. Volledig multi-coated lenzen Ligt heerlijk in de hand. |
2. Bynolyt Stork WPR 10x42 DCF Een slank en elegant instapmodel. Laag gewicht. Haarscherp beeld en ook verkrijgbaar als 8x42. |
3. Kowa SVII 10x42 Lichtgewicht allround verrekijker. Volledig multi-coated lenzen. |
De beste verrekijkers in de prijsklasse tot EURO 750,00 |
Verrekijkers die net een stapje verder gaan in gebruikte materialen, afwerking en gebruikscomfort. |
1. GPO Passion ED 10x42 Hoogwaardig ED glas. Goede beeldkwaliteit, ook als het minder licht is. De makers hebben hun sporen verdiend bij Zeiss. Ligt zeer prettig in de hand. |
2. Bynolyt Yellowbird 8x42 Zeer prettig gebruikscomfort. Zeer scherp en lichtsterk beeld. Relatief lichte verrekijker. |
3. Hawke Frontier EDX 10x42 Een hoogwaardige verrekijker voor de allround natuurliefhebber. Lichtsterk met een hoog gebruikscomfort. Hoogwaardige coatings en prisma's. Ook verkrijgbaar als 8x42. |
De beste verrekijkers in de prijsklasse tot EURO 1.500,00 |
Topverrekijkers die qua afwerking en gebruikte materialen je nog een stap verder brengen. |
1. GPO Passion HD 10x42 Scherp van rand tot rand. HD glas en meerdere coatings en dus een briljant beeld. Zeer natuurgetrouwe kleuren. |
2. Leica Trinovid HD 10x42 Robuust en lichtvan gewicht. Haarscherp beeld en briljant beeld. Zeer nauwkeurig scherpstellen. |
3. Swarovski CL Companion 8x30 Een van de beste verrekijkers van dit moment. Hoogwaardige materialen en coatings. Heerlijk lichtgewicht. |
De beste verrekijkers in de prijsklasse vanaf EURO 1.500,00 |
Dit zijn de Ferrari's onder de verrekijkers! |
1. Swarovski NL Pure 10x42 De nieuwe reeks topkijkers van Swarovski. Levert nog meer kijkgemak, helderheid, lichtheid, contrast en stabiliteit op. En met een gezichtsveld van 133 meter is dit model onovertroffen. De ab-so-lu-te topkijker van dit moment! |
2. Leica Noctivid 10x42 Het paradepaardje van Leica waarmee je razendsnel en super precies scherp stelt. |
3. Zeiss Victory T*SF 8x42 Het topmodel van Zeiss dat niet alleen een fantastisch beeld oplevert, maar ook nog eens heerlijk in de hand ligt, weet ik uit ervaring. En het gezichtsveld van 148 meter is ook absoluut top. Een geweldige verrekijker! |