Recensie: De halve aarde, Edward O. Wilson

de-halve-aardeEen boek op leven en dood, dat is De halve aarde, geschreven door de vooraanstaande bioloog en hoogleraar Edward O. Wilson. De inzet is niet zijn eigen leven, maar dat van al het leven op Aarde. Het leven, dat Wilson uitdrukt in het ene woord ‘biodiversiteit’, is zo enorm en vooralsnog onbevattelijk, dat het niet verloren mag gaan door toedoen van de mensheid. Als ‘we’ in de eenentwintigste eeuw door blijven razen zoals we nu doen, dan rest al snel niets meer dan een kaalgevreten planeet die ontdaan is van de meeste levensvormen. Maar de mensheid moet niet denken dat ze het voortbestaan van miljoenen andere soorten kan negeren, zonder het eigen voortbestaan in de waagschaal te gooien, waarschuwt Wilson in De halve aarde. Een niet te negeren boodschap van een vooraanstaande wetenschapper.

button (1)

De mens leeft niet geïsoleerd. Hij is een van de organismen die in de biosfeer op Aarde leven. De biosfeer is het deel van de Aarde waar alle organismen voorkomen. Dus: alle planten, dieren, algen, schimmels en microben bij elkaar. De bovenlaag van de biosfeer reikt tot tienduizend meter hoogte. Daar leven bacteriën van stofdeeltjes. De ondergrens van de biosfeer ligt op een diepte van drie kilometer onder de grond. Daar overleeft een aantal bacteriën en aaltjes op de energie en stoffen die ze onttrekken aan gesteente. En ergens daartussen leeft al het overige. Realiseer je dat vergeleken met de massa van onze planeet die biosfeer zo dun als een scheermesje is ‘en verwaarloosbaar qua gewicht’. Het is een vliesje, zo kwetsbaar als het maar zijn kan.

Het mooie van Wilson is dat hij ook oog heeft voor al het leven dat een normaal oog niet ziet. Kijk, neushoorns en leeuwen zijn spectaculaire soorten. Overigens heeft dat spectaculaire imago niet tot gevolg dat wij als rentmeesters omgaan met deze imposante diersoorten. Een aantal soorten neushoorns is inmiddels uitgestorven en van de paar soorten die nu nog over zijn, zullen we het binnenkort ook moeten hebben van videomateriaal. Met grote dank aan de eminente Chinese leider Mao Zedong die de sterke voorkeur gaf aan de traditionele geneeskunde in plaats van de westerse. En dan is een shot neushoornpoeder op zijn tijd een must, want dat werkt goed tegen de kanker. Maar het aantal Chinezen heeft zich in de laatste decennia precies andersom bewogen aan het aantal neushoorns: er zijn er inmiddels 1,4 miljard. Het aantal neushoornpoederconsumenten is voldoende groot om de neushoorn uit te roeien. Ondertussen brengen wij westerlingen het er niet beter van af. Ook onze gedragingen leiden tot massa-uitsterven, de zesde massa-uitroeiing genoemd.




Wilson houdt het voor mogelijk dat er tussen de vijf en honderd miljoen soorten organismen op Aarde leven. Ongeveer twee miljoen zijn bekend, de rest moet nog worden ontdekt. Als wij daar tenminste de kans voor krijgen. Of beter gezegd: als wij onszelf de kans daarvoor gunnen. De intelligentie van de mens heeft een desastreuze bijwerking. Wetenschappers schatten in dat door menselijke activiteiten de huidige snelheid van uitsterven ongeveer duizend keer hoger ligt dan in de periode voordat de mens er was, ongeveer 200.000 jaar geleden. Er zijn in de prehistorie vijf massa-uitroeiing te onderscheiden en nu staat dus de zesde massa-uitroeiing voor de deur. Verlies van habitat, invasieve soorten, vervuiling en bevolkingsgroei zijn de meest verwoestende daden waarmee de menselijke soort zich manifesteert.

Tot mijn grote verrassing (ach, hoe naïef kan een mens zijn), malen niet alle natuurbeschermers om deze geweldige afname van de biodiversiteit. Een groeiende minderheid meent dat de levende wereld al zodanig door de mens is veranderd dat ze niet meer kan worden hersteld. En dat we ons maar moeten aanpassen aan het leven op een beschadigde planeet. Volgens sommigen zou de planeet zelfs zijn voorbestemd om in haar geheel te worden geannexeerd en beheerst door de mens. ‘Van pool tot pool van ons, door ons en ten gunste van ons, de enige soort waar het uiteindelijk om draait.’ Een milieuwetenschapper als Elre Ellis zegt: ‘De natuur is verdwenen. Je leeft nu op een misbruikte planeet. Als dit je dwars zit, houd daar dan tóch mee op. We leven nu in het Antropoceen – een geologisch tijdsgewricht waarin de structuur van de atmosfeer, de lithosfeer en de biosfeer hoofdzakelijk door menselijke krachten is gevormd.’

Het Antropoceen is een begrip waar ook in de wereld van de filosofie over wordt nagedacht. Voor de bekende Franse filosoof Bernard Stiegler, auteur van Per toeval filosoferen, is het Antropoceen zelfs meer dan een geologische periode. ‘Het is de tijd van de entropie, van de chaos – op alle terreinen: de vertraging van de Golfstroom, met mogelijk grote gevolgen voor de temperatuur in West-Europa, het broeikaseffect, maar net zo goed de tijd van Brexit en het op hol geslagen kapitalisme,’ zo wordt duidelijk in een artikel in Filosofie Magazine. En in aansluiting met het betoog van Wilson, maar niet minder somber: ‘De mens vernietigt de voorwaarden van zijn eigen bestaan.’ Ook het denken van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk sluit hier nauw bij aan. Voor hem staat het Antropoceen ook voor vernietiging: ‘Door de mens geschapen machines veranderen de metabole processen van de aarde.’ Die machines zijn de hefbomen van de mens, zegt Sloterdijk. Dankzij de hefboom verandert onze muizenkracht in een reusachtig vermogen – om te produceren, maar tegelijkertijd om uit te stoten, te vernietigen.’

De rode draad in het boek van Wilson is dat wij nog niet de helft weten over de biodiversiteit op onze planeet. En dat wij ook nog niet de helft begrijpen van de interacties tussen de verschillende soorten en hoe ze ecosystemen vormen. We kunnen makkelijk doen over het uitsterven van een of twee soorten, maar op de schouders van die soorten staan vrijwel zeker andere soorten. Met het verdwijnen van de ene soort, verdwijnen ook die andere. En daarbij gaat het niet alleen om de zichtbare soorten. ‘Kijk ook eens naar de kleine dingen die de wereld laten draaien.’ En juist die duizelingwekkende diversiteit wordt door mensen die het Antropoceen omarmen en de gevolgen accepteren ontkent, zegt Wilson.

‘Ik heb de indruk dat de mensen die het minst geven om en onverschillig staan tegenover de wildernis en haar magnifieke diversiteit, vaak dezelfden zijn die met een van beide vrijwel geen persoonlijke ervaring hebben.’

En dan grijpt hij heel passend terug op een uitspraak van niemand minder dan de grote ontdekkingsreiziger en natuuronderzoek Alexander von Humboldt (van wie dit jaar een schitterende biografie verscheen): ‘Het gevaarlijkste wereldbeeld is het wereldbeeld van hen die de wereld nooit hebben geobserveerd.’ Ik ben overigens bang dat deze uitspraak niet helemaal op zijn plaats is. Ik heb een paar artikelen gelezen van de filosofen die ik hierboven aanhaal. Het heeft er alle schijn van deze ‘techniekfilosofen’ op hun manier fundamenteel nadenken over de mens en zijn plaats in de wereld, maar dat zij het Antropocene wereldbeeld ondertussen als uitgangspunt in hun denken nemen en dus accepteren.

Gaandeweg het boek wordt duidelijk waarom Edward O. Wilson zijn boek De halve aarde heeft genoemd. Wilson legt zich allesbehalve neer bij de acceptatie van het zogenaamde Antropoceen. Hij ziet met lede ogen hoe de biodiversiteit wordt aangetast door de mensheid en hij maakt zich daar terecht zorgen over. Je kunt niet straffeloos levensvormen elimineren zonder dat dat schade toebrengt aan het ecosysteem. Binnen een ecosysteem is er sprake van intensieve interactie tussen soorten. Een verstoring van die interactie kan het hele ecosysteem laten instorten. Dat geldt zelfs voor ons eigen lichaam, dat door wetenschappers ook als ecosysteem beschouwd. Een ecosysteem dat zindert van het bacteriële leven. Bacteriën die soms zeer nuttige functies vervullen. Niemand overweegt om zonder na te denken zo’n bacterie in of op het lichaam te elimineren. Stel je voor dat je daarmee jouw lichaam, een ingewikkeld ecosysteem, zou elimineren… Voor Wilson is de Aarde ook een lichaam met daarop talloze ecosystemen waarvan we de diepste geheimen nog niet hebben ontdekt. Stop dus met de afbraak van de biodiversiteit en zet alle kaarten op behoud ervan. En dan komen we uit bij de titel: het paardenmiddel dat Wilson in de strijd werpt is: roep de halve Aarde uit tot ongerepte wildernis en laat haar met rust. Zo blijft de biodiversiteit die in miljarden jaren is gevormd, behouden.

De oplossing voor het creëren van safe havens op onze planeet laat niets aan duidelijkheid over. Of het een haalbare oplossing is, zal de tijd uitwijzen. Het is goed dat dit soort profeten hun indringende boodschap verkondigen. Maar Wilson zoekt het niet alleen in het behoud van de wildernis. Evenals Stiegler en Sloterdijk kent Wilson de technologische vooruitgang een belangrijke rol toe in het bedwingen van de problemen van het Antropoceen. Eerlijk gezegd vind ik dat betoog wat minder makkelijk te volgen. ‘Speerpunt van de intensieve economische revolutie – en daaraan gepaard de hoop voor biodiversiteit – is de koppeling van biologie, nanotechnologie en robotica. (…) Toevallig volgen ook deze projecten het juiste spoor om een bijdrage te leveren aan het reduceren van de ecologische voetafdruk, door de belofte van een betere levenskwaliteit met gebruikmaking van minder energie en hulpbronnen.’ Een nogal optimistische kijk op het fenomeen techniek waarbij ik bang ben dat Wilson een te optimistisch mensbeeld heeft. De techniek heeft weliswaar heel veel goeds opgeleverd, maar evengoed de geweren waarmee neushoorns en olifanten worden omgelegd en de verbrandingsmotoren die het broeikaseffect tevoorschijn roepen. Toch hoop ik dat er wetenschappers zijn die te goeder trouw op zoek gaan technologische hoogstandjes om de biodiversiteit op Aarde te beschermen.

Wilson zal dat hoogstwaarschijnlijk niet meer meemaken. Hij is in 1929 geboren en al aardig op leeftijd. Zijn generatie werd nog gevormd door klassieke teksten die je her en der in De halve aarde aantreft. Klassieke teksten die je ook kunt zien als dromen. In het verband van dit boek dromen van gelovigen en atheïsten die vechten voor het leven van onze planeet:

‘We hebben echter een lange weg afgelegd en het is nu hoog tijd om het juk af te nemen van onze dampende paarden.’ – Vergilius, Georgica, Zang II

‘Dat de wateren wemelen van levende wezens, en dat het gevogelte over de aarde vliege langs het uitspansel van de hemel.’ – Genesis 1:20

De halve aarde / Edward O. Wilson / Amsterdam University Press / paperback

button (1)

 

alle recensies van natuurboeken