Een fietsmaniak. Dat zat er al vroeg in. Hoewel, pas op zijn vijftiende begon Bram Witvliet echt plezier te krijgen in fietsen. Eerst in de omgeving van Eindhoven, maar zijn tochten werden allengs langer. Tussenuren vulde hij door vanuit school naar Tilburg te fietsen en snel met de trein weer terug. Hij begon statistieken bij te houden en in 2006 ontstond het plan om in één jaar langs alle plaatsen in Noord-Brabant te fietsen. En toen die missie volgracht was, ontstond het plan om alle dorpen en steden in Nederland langs te fietsen. Hoe hij deze tocht volbracht en welke ervaringen hij opdeed, en welke ideeën over ons landschap, dat legde hij vast in zijn boek Bram fietst.
‘Pedaleren doet filosoferen’
Voor fietsliefhebbers moet de missie die Bram Witvliet volbracht een jaloersmakende onderneming zijn. In 250 fietstochten langs meer dan 3000 plaatsen fietsen en ondertussen alle provincies en landschappen die ons land rijk is doorkruisen. Ik moet bekennen dat ik zo’n groot fietser niet ben, maar ik ben het wel met hem eens dat de landschapsarchitect die met droge ogen beweerde dat je het beste met de auto het Nederlandse landschap kunt beleven, louter kolder verkondigde. Vanuit de auto denk je dat je landschap ervaart zoals het is, maar in werkelijkheid ervaar je alleen het autorijden. Wie het landschap wil ervaren moet naar buiten, en liefst in een traag tempo het landschap op je laten inwerken. Fietsen is een stuk duurzamer bovendien en beter voor de conditie van lichaam en geest.
Het is zoals Bram schrijft: ‘Ik geniet van de geur van het bos, het geluid van de wind, het fraaie uitzicht vanaf Hoch-Elten op het Rijndal nadat ik met een pittig klimmetje een hobbelige klinkerweg heb verslagen.’ En, ook niet onbelangrijk: ‘Pedaleren doet filosoferen.’ En fietsen door de natuur maakt je tot een onderdeel van diezelfde natuur.
[recensie gaat verder onder de afbeelding]
Babylonische barbaarsheid
Na het uitgebreide inleidende hoofdstuk waar je ook nog eens kennismaakt met literaire en filosofische hoogstandjes uit de geschiedenis, begint het fietsen. Eerst door de provincie Noord-Brabant waar Bram de tochten langs Veldhoven, Sint Anthonis en Heusden beschrijft. Veldhoven, omdat dit de eerste fietstocht was onder de naam Bram fietst. De tocht langs Heusden voert hem door voor mij bekend terrein: de Biesbosch en omliggende streken. Babyloniënbroek in Het Land van Heusden en Altena blijkt zijn naam te danken te hebben aan monniken die in de achtste en negende eeuw hier een Babylonische barbaarsheid aantroffen. Het was zo ongeveer het Babylon in het westen. Mooi om dit soort beschouwingen te lezen. Je vindt er talloze van in Bram fietst.
Slecht weer en straffe wind
Ik laat een aantal provincies links liggen (Bram deed dat niet), en stoom door naar Zeeland, want dat is immers de provincie waar ik opgroeide. Zowaar, daar leer ik gelukkig iets héél nuttigs van Bram. De lijfspreuk der Zeeuwen (‘Luctor et emergo‘: ik worstel en kom boven) blijkt niet te verwijzen naar de eeuwige strijd tegen het water, maar naar de strijd tegen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog. En daar ben ik blij mee, want in de talloze watersnoodrampen kwamen helaas al te veel mensen helemaal niet al worstelend meer boven. Twaalf fietstochten maakte Bram door Zeeland. Hij fotografeerde er 169 plaatsnaamborden en legde er 1149 kilometer af. Dat zijn nog eens scores! Jammer genoeg vond hij in Zeeland ook streken waar hij op de fiets niet meer wil komen. Zeeuw-Vlaanderen is de ene streek en, zowaar en och arme, ook Tholen, mijn geboorte-eiland, sprak hem niet tot de verbeelding. Gelukkig voegt hij daar nog wel aan toe, hoewel enigszins zuinigjes: ‘Desalniettemin horen ook die delen van Nederland er allemaal bij, net zoveel als Amsterdam of de Veluwe, en dus dienen ze niet in de vergetelheid te raken. Of het er nu mooi fietsen is of niet.’ Nee, zelfs de provincie Zeeland behoort niet tot zijn favoriete fietsgebied. Met slecht weer en straffe wind kun je hier nauwelijks een prettig fietstochtje maken. En de Zeeuwse polders maakten niet veel indruk op de fietser. Naar mijn mening geheel terecht trouwens, want die polders zijn niet alleen uitgestrekt, ze zijn vaak ook nog eens monotoon.
Op de Ranglijst der Provinciën bungelt Zeeland dan ook onderaan op de tiende plaats, nog net boven Groningen en Flevoland (vanwege de prachtige fietspaden langs de kust). Bovenaan staat Limburg, gevolgd door Drenthe en Gelderland. Dan weet je ook meteen welke provincies je als fietser zeker bezocht moet hebben.
Conclusie
Pak de fiets en verken het ganse land. Dat is de aanstekelijke boodschap van Bram fietst. Je ontdekt mooie dorpen en streken en leest bovendien allerlei wetenswaardigheden over de dorpen en de natuur in ons land.
In het land waar de fietscultus werd geboren, mocht dit boek niet ontbreken. Het is er, en dus: lees het. Om daarna zelf op de pedalen te stappen en in de voetsporen van Bram te gaan, al mijmerend nieuwe streken verkennend en af en toe verlangend naar het moment dat de zadelpijn is weggetrokken.
Bram fietst / Bram Witvliet / KNNV Uitgeverij / als paperback