Insecten herkennen valt lang niet altijd mee. De familie van de insecten is een van de grootste ter wereld, zo niet de grootste. Begin dan maar eens met het op naam brengen van al die vliegen en andere beestjes die om je heen zoemen. Dan is een goede veldgids heel nuttig. Zo’n veldgids is de 1-2-3 natuurgids insecten van S. Rietschel. Een praktische veldgids voor wie de meest voorkomende insecten wil leren herkennen.
De 1-2-3 natuurgids insecten van S. Rietschel is een deel in de serie 1-2-3 natuurgidsen. Kenmerk van deze serie is dat elke soort in drie stappen op naam wordt gebracht. Of het nu vogels of insecten zijn, drie stappen brengen je de juiste naam dichterbij. Drie stappen zijn in het geval van deze veldgidsen drie kenmerken of drie vragen. Mijn ervaring is dat het soms best handig kan zijn wanneer een auteur je door het stellen van een paar vragen in de goede richting ‘duwt’. Dat geldt zeker in geval je niet veel verstand hebt van een dierenfamilie. En ik geef grif toe dat mijn kennis van de wereld van insecten niet heel grondig is.
De 1-2-3 natuurgids insecten bespreekt de meest voorkomende insecten in ons land, uitgezonderd de vlinders. Dag- en nachtvlinders komen niet in deze gids voor. Wil je vlinders herkennen, dan dien je een andere gids aan te schaffen. Eerlijk gezegd snap ik dat wel. Vlinders kijken is mijn passie in de zomermaanden. In Frankrijk of Oostenrijk zie je de meest bijzondere soorten. Dan wil je geen algemene insectengids meezeulen, maar wel een gespecialiseerde vlindergids. Ik verzeker je, er zijn echt heel goede vlindergidsen! En ben je verknocht aan de 1-2-3 natuurgidsen, schaf dan de 1-2-3 natuurgids vlinders aan.
Terug naar de ‘gewone’ insecten. Die zijn er ontzettend veel. Zo veel dat het mij duizelt. Deze veldgids beschrijft ze in toegankelijke taal. Als je de gids in handen hebt, zal je meteen duidelijk worden dat dit geen veldgids voor de doorgewinterde bioloog of insectenkenner is. Hij is bestemd voor een algemeen en breed publiek. Mensen die zich niet bekommeren om een miniem spoortje op een scheenbeen. Nee, mensen die een vlieg, tor of ander zespotig diertje op een bloem of plant zien zitten en nieuwsgierig zijn naar wat het is. De gids in onderverdeeld in twaalf hoofdgroepen. Elke hoofdgroep heeft een eigen kleur, zodat je makkelijk naar de juiste rubriek bladert. Dat de gids vertaald is uit het Duits, kun je hier en daar wel merken. Een insectenkenner merkte ergens op dat sommige soorten niet of nauwelijks in ons land voorkomen en in Duitsland wel. Dat zal wel, maar ik denk dan: hoeveel mensen gaan niet op zomervakantie naar Duitsland en welke dieren kom je dan gegarandeerd tegen? Juist ja, insecten. Al waren het maar die irritante wespen die op je blikje cola afkomen. Maar zeg nu zelf: zo’n gigantische hoornaar is toch een schitterend insect? Altijd rustig blijven, dan gebeurt er zelden iets vervelends.
Van de foto’s in deze veldgids kun je alleen maar genieten. Ze zijn haarscherp. Dat is niet alleen esthetisch mooi, het vergemakkelijkt ook de herkenning aanzienlijk. Je kunt het insect op de bloem nu immers vergelijken met een kwalitatief goede foto. De plastic hoes waar de veldgids in is ‘verpakt’ maakt hem lekker stevig en waterbestendig. In die zin is het een echte ‘veld’gids.
Een prima veldgids voor wie de meest voorkomende insecten wil herkennen. Misschien een beetje gek om een insectengids in de winter te recenseren, maar ja, ik kwam het boek tegen in de winkel en dan ga ik echt niet wachten tot het voorjaar is.
1-2-3 natuurgids insecten / S. Rietschel / Kosmos Uitgevers / paperback