Een vogeltocht over de kop van Schouwen-Duiveland is altijd spannend. We speuren in de ruige akkerranden naar zangvogels als vink, kneu en putter. In de slootjes kijken we uit naar watersnip, witgatje en kleine zilverreiger. En naar de ijsvogel natuurlijk. In de winter genieten we van de rotganzen en soms van een grote groep goudplevieren. We rijden over de smalle polderweggetjes, wandelen langs slootjes en weilanden. Kijken uit over de Oosterschelde en rijden weer verder.
Een groep van veertien patrijzen
En toen sloegen we een of andere polderweg achter het buurtschap Burghsluis in en zagen we warempel een groep van veertien patrijzen langs de rand van een akker scharrelen! Aan de rand in dit land van ruilkaveling en monocultuur houdt een troepje patrijzen moedig stand. Gelukkig werken tal van boeren hier samen met Vogelbescherming Nederland. De boeren zaaien de randen van hun akkers in met zadenmengsels. Ze leggen keverbanken aan en laten de heggen in de bermen staan. Ook zie ik op een groot aantal erven nog struweel groeien. Heel belangrijk allemaal voor de patrijs.
De Kop van Schouwen-Duiveland staat dan ook bekend als een van de beste plekken om patrijzen te zien. Het kleinschaliger landschap met hier en daar fraaie heggen langs de polderwegen zal een gunstige uitwerking hebbenIk wens alle betrokkenen veel succes en plezier met hun mooie werk. En ik hoop dat we dit soort groepen (beter: deze kluchten) straks weer over heel Schouwen-Duiveland zullen tegenkomen! En waarom ook niet? Volgens mij kan het ook in andere delen van Zeeland en ons land. Als we nu eens begonnen met het aanplanten van hagen van inheemse struiken als meidoorn, sleedoorn, eik en vlier langs polderwegen en in de bermen gewoon wat onkruid laten groeien?
Over ‘onze’ patrijzen
We sloegen dus die polderweg in en daar liepen veertien patrijzen. Eerst door een tuin. Toen langs de rand van een akker. Daarna weer terug de tuin in om op te vliegen en in een weiland verderop neer te strijken. Daar filmden we ze opnieuw. De mannetjes in de groep gedroegen zich redelijk dol. De mannelijke leider liet zich duidelijk gelden. Baltsgedrag. Ze renden het weiland in, sloegen een stukje vliegend over en toen hergroepeerde de troep zich. De patrijzen zagen de bruine kiekendief eerder dan wij. Dat zie je duidelijk aan het eind van deze video. Ze drukken zich tegen de grond om tenslotte op te vliegen. De dijk over, uit ons zicht maar met de bruine kiekendief achter zich aan.
Onze akkervogels
De patrijs hoort met onder andere de kwartel en fazant tot onze akkervogels. Ze broeden in landbouwgebieden waar nog kleinschalige landschapselementen aanwezig zijn. Een strookje ruigte, een berm waarin struiken groeien. Of wat struiken langs een paardenweide. Het gaat met de meeste van deze akkervogels niet goed. Dat heeft alles te maken met de inrichting van ons landschap. Hopelijk lukt het om in de discussie over de landbouw in Nederland ook de toekomst van akkervogels te waarborgen.