De Zuidpier bij IJmuiden steekt als een krom mes drie kilometer de Noordzee in. Sommige zeevogels beschouwen de pier als een voedselrijke rotswand. Scholeksters bijvoorbeeld, die overigens ook op strand en slik prima uit de voeten kunnen. Voor steenlopers geldt hetzelfde. Voor paarse strandlopers bepaald niet. Die blieven geen zand en slik en zijn zelfs getooid met dezelfde kleur veren als de rotsen waarop ze leven. Je moet soms goed kijken wil je er een zien. In de winter zie je langs de hele Zuidpier. Heb je er een in het vizier dan zul je zien dat ze bepaald niet schuw zijn. Je kunt ze vrij dicht naderen. Beweeg je rustig en pas goed op daar tussen de rotsen. Ze zijn glad en liggen soms los. Paarse strandlopers heb ik nog nooit zien struikelen, maar die zijn dan ook gezegend met een heel ander gestel dan ons mensen. Er zijn al te vaak ambulances uitgereden om een mens van tussen de rotsen te vissen. Meestal zitten paarse strandlopers ineengedoken op een rotsblok. Nu heb ik er een geschoten die zijn nek uitsteekt, een slank geval en hoog op de poten. Een waakzaam beest dat zich van mijn aanwezigheid gelukkig niet veel aantrekt.