Zeekoeten zijn bijzondere zeevogels. Ze zijn familie van de alken en die kun je beschouwen als de pinguïns van het noordelijk halfrond. Evenals pinguïns broeden ze hun ene peervormige ei staande uit. En heeft het jong de zee gevonden, dan kiezen ook de oudervogels het ruime sop. Hoewel ze aan onze kust talrijker zijn dan hun neef de zwarte zeekoet, zijn ze het aanzien meer dan waard. Kijk maar eens hoe de zeekoet onder water duikt. Ook daarbij lijkt hij op een pinguïn. Je ziet het al als hij onder duikt. Het zet zich af met poten én vleugels. Op die manier zul je een aalscholver of roodkeelduiker nooit zien duiken. Reken maar dat hij ook onder water zijn vleugels gebruikt. Hij ‘vliegt’ als het ware door het water, op jacht naar visjes en garnalen. En ach, een krab zal hij toch ook niet laten lopen?
Waar je zeekoeten kunt zien
Het was nu al de tweede keer in korte tijd dat ik de zeekoet in de spuisluis op de Brouwersdam van dichtbij kon filmen. Vast dezelfde als de eerste keer, bij windkracht zes. Mooi om te zien dat hij ook onder barre weersomstandigheden volkomen aangepast is aan het leven op zee. De tweede keer was het water spiegelglad en zat hij heel dicht onder de kant. Bekijk de video maar. Zeekoeten zie je op zee, dus aan de kust. Zelden zie je ze in het binnenland. Momenteel worden zeekoeten gezien aan de Brouwersdam, de Neeltje Jans, op het Oostvoornse Meer (Slag Baardmannetje), de Zuidpier bij IJmuiden, op Texel en Terschelling en iets meer landinwaarts, voor de Koudekerkse Inlaag op Schouwen-Duiveland.