Er zijn maar weinig mensen die blij zijn met een mol onder het gazon. Binnen de kortste keren is het gazon ‘gemold’. Zo ook bij mijn broer. Molshopen verschenen zonder dat ooit de mol verscheen. Tot gisteravond. De mol bewoog, de grond met hem en mijn schoonzus Kaewta en mijn nichtje Sommie ontpopten zich als professionele mollenvangers met een liefdevol hart. Snel een schep gepakt, een plastic zak en een glazen pot. De schep in de grond, de mol klem en hup een plastic zak over zijn lijf en daarna: plop de glazen pot in. Een beetje grond erbij en het prachtige beestje bekijken. Niet geliefd, maar wel heel fraai, zo’n mol. Maar wat nu? Hem op wrede wijze ombrengen is ook zo wat. Hem aan de andere kant van de schutting loslaten: ook geen optie. Voordat mijn broer binnen zou zijn, zou de mol alweer onder zijn gazon kruipen. Dan maar het viaduct over, ver de polder in. Diervriendelijker kan haast niet. Toch heeft de mol een probleem: de grond is kurkdroog en dus hard als beton. Daar graaft zelfs een mol geen gang in. En zo verdwijnt de mol in het gras. Wie weet vond hij een fijn stukje aarde. Of belandde hij ondertussen in de klauwen van een buizerd. Hoe dan ook, het is een prachtig beestje!