En toen zag ik vanuit mijn ene ooghoek twee aalscholvers kijven om een paling. De ene gromde en maakte zich groot waarop de andere vluchtte. En de eerste gaat verder met het prepareren van die enorme paling. Het is een korte maar aansprekende actie: de paling kronkelt om de nek van de aalscholver. Soms laat de vogel los en zwemt de paling weg met de aalscholver achter zich aan. Geen ontsnappen mogelijk: de aalscholver vist de aal met speels gemak weer op. Wat scholven voor werkwoord is, weet ik niet, maar een aalscholver scholft aal, dat is wel duidelijk. Vissers, amateur en professional, hebben het niet zo op die zwarte rakker. Hij vreet vis en niet weinig ook. Soms duiken aalscholvers met tientallen gelijk een visvijver of meertje in en jagen het water binnen een paar uur leeg. Zo ver zal het in de spuisluis aan de Brouwersdam waar ik deze opname maakte, niet komen, maar toch. Ook ik had die paling graag met mijn hengel opgevist. Meenemen voor in de pan mag je paling niet meer, maar ja, het is wel zout water paling. En ik verzeker je: die is machtig lekker. Deze paling gaat mij in elk geval niet meer in de verleiding brengen de wet te overtreden. Een aalscholver vangt vangt paling en eenmaal in de snavel van een aalscholver beland, is het lot van een paling beschoren. Ook het lot van deze joekel dus. Spartelen zal hij, tot in de maag van de aalscholver aan toe waar de zure sappen hem zullen verteren tot je weet-wel-wat-voor-soort-witte streep die je liever niet op je autolak krijgt.