Elk jaar overwinteren in ons land groepen wilde zwanen en kleine zwanen. De aantallen wisselen met de temperaturen. Je kunt stellen dat hoe strenger de winter is, hoe meer zwanen er in ons land overwinteren. Beide zwanensoorten hebben een geel-zwarte snavel. Soms staan ze bij elkaar op een akker. Soms staan ze echter alleen met soortgenoten, of juist tussen knobbelzwanen. De vraag is dan: wat is het verschil tussen de wilde zwaan en de kleine zwaan? Het valt niet altijd mee om het verschil te ontdekken, hoewel… Als je het weet, dan zie je het snel genoeg.
Wintertractatie
Monica Wesseling, bekend auteur van boeken als Waarom krijgt een specht geen koppijn? en helaas te vroeg overleden, noemt de kleine zwaan in de Vogelscheurkalender 2018 een ‘ware wintertractatie’. En daar ben ik het helemaal mee eens. Zitten er kleine zwanen in de Alblasserwaard, dan trek ik erop uit. Het zijn koene vogels. Broeden doen ze in Arctische gebieden, tot in Noord-Siberië aan toe. En in oktober vliegen ze naar ons land om in maart weer terug te vliegen. Doe het ze maar eens na! Ze overwinteren in ons land in weidegebieden, zoals in de omgeving van het dorp Wijngaarden in de Alblasserwaard. Daar overwintert vrijwel elk jaar een groep van tientallen kleine zwanen. In Zeeland kom ik ze echter vooral op akkers tegen. Akkers die nog niet zijn omgeploegd en waar nog delen van het gewas aan de oppervlakte liggen.
Hetzelfde gaat op voor de wilde zwaan. Ook die zie je in weilanden én op akkers. Om het nog iets ingewikkelder te maken: je kunt ze ook in moerasgebieden tegenkomen. Dan zwemmen ze gewoon op een plas. De Oostvaardersplassen is een goed gebied om beide soorten te zien zwemmen. In de Biesbosch kom ik de kleine zwaan wel tegen op het open water. De kleine zwanen die ik overdag in de Alblasserwaard zie, overnachten in de Biesbosch waar ze op het open water niet bereikbaar zijn voor roofdieren als de vos.
Het verschil tussen de wilde zwaan en de kleine zwaan
Wilde zwaan of kleine zwaan? Beide zijn wit (de volwassen vogels dan). Beide hebben geel op de snavel. Beide overwinteren in ons land. Kiezen maar. En soms een beetje puzzelen. Toch zijn de verschillen niet heel moeilijk. Je moet ze alleen even ontdekken. Zoals daar zijn: de wilde zwaan is een stuk groter dan de kleine zwaan. De wilde zwaan heeft meer geel op de snavel en dat geel loopt uit op een punt. En de kop van de wilde zwaan is ‘wigvormig’. Terwijl de wilde zwaan een ‘voornaam’ voorkomen heeft, doet de kleine zwaan eerder een beetje gansachtig aan, lees ik in de heel handige Veldgids vogels vergelijken. Deze toegankelijke gids gebruik ik vrijwel altijd om verschillen te ontdekken tussen vogels die erg op elkaar lijken. De duidelijke plaatjes en de uitgebreide toelichting vind ik heel handig.
Filmpje
In theorie zou je nu de verschillen moeten kennen. Maar een filmpje doet ook wat. En daarom vandaag een filmpje met daarin de verschillen tussen beide soorten. Gelukkig kon ik ze van redelijk dichtbij filmen. En na het kijken van het filmpje de natuur in. Want in het echt zijn ze nog véél mooier.