Wil je nonnetjes zien, dan is het nu de tijd. Een paar weken geleden zag ik er een stel in de Brabantse Biesbosch (in de buurt van het Biesbosch Museum), vanmorgen zag ik weer een paar groepjes. Telkens één mannetje met een aantal vrouwtjes. Over zaagbekken gesproken: ook de grote zaagbek liet zich vanochtend in soms grote groepen bekijken. De Brabantse Biesbosch zal de komende weken alleen maar interessanter worden, denk ik. Het waterpeil zakt, waardoor slikranden droog komen te liggen. Daar kwamen vandaag grote groepen witte kwikstaarten en opvallend veel waterpiepers op af. Je kunt ze van dichtbij bekijken. Ik vond het opvallend dat ik nauwelijks tot geen steltlopers zag. Je zou toch verwachten er oeverlopers, witgatjes, kieviten of bonte strandlopers te zien. De witte kwikstaarten en waterpiepers werkten aan de lopende band slikdiertjes naar binnen. Voedsel genoeg. Daarom verwacht ik de komende weken dat de eerste steltlopers hun opwachting gaan maken.
Niettemin zag ik in de paar uur dat ik in de Biesbosch vertoefde toch een aantal mooie soorten: baardmannetje, ijsvogel, cetti’s zanger, bruine kiekendief, dodaars, watersnip, waterral (gehoord), één witgatje (gehoord vanuit de verte), grote zilverreiger en matkop. Ik heb ze lang niet allemaal kunnen filmen, maar zien is ook mooi toch? Na afloop ook nog even snel het Alblasbos bij Alblasserdam (Kortland) bezocht om de taigaboomkruiper te zoeken. Ik droop al af toen ik een andere vogelaar zijn enorme telelens zag richten. In versneld tempo terug en jawel: hoog in de boom de taigaboomkruiper. Met de verrekijker prima te bekijken maar buiten bereik van mijn videocamera.