Op afstand blauwborsten filmen lukte me gisterochtend op de Tongplaat opperbest. In het toegankelijke deel bevinden zich nu al minimaal tien territoria. Soms ver in een rietveld, maar ook één vlak langs het fietspad. Maar na de zoveelste blauwborst op afstand, was het tijd voor een blauwborst dichtbij. Dus besloot ik achter een bunker mijn camouflagekleed over me heen te trekken en geduldig af te wachten. Mijn klapstoeltje onder me, de bunker in mijn rug. Een blauwborst kwam weliswaar iets dichterbij, maar zijn favoriete wilg was toch nog aardig ver weg. Een rietgors streek pal voor me neer, maar met het stammetje in wording tussen ons in. Een tjiftjaf kwam nog dichterbij, maar sprong te snel naar een andere wilg. En toen richtte ik mijn vizier opnieuw op de blauwborst, die iets te ver zat en ook nog eens tegen een grijze lucht. Geen kleur te bekennen. Per toeval zwenkte ik de camera naar beneden waar ook iets bewoog. Een cetti’s zanger zag ik op het display. En ondanks de handmatige focus nog scherp ook! Mijn eerste cetti’s zanger voor de camera. Je hoort deze zangvogel vaker dan dat je hem ziet. Het is echt een muisvogel: je weet dat hij er is, maar ziet hem nooit. Een dansende cetti’s zanger! Op dit moment hoopte ik al lang. Een moment of fame (voor mezelf dan hoor).