Leer 30 vogels herkennen die je in het najaar op Texel kunt zien

Wie in het najaar op Texel gaat vogels kijken, kan niet om de wadvogels heen. Rotgans, bonte strandloper, scholekster, bontbekplevier, wulp, tureluur… je zult ze vast en zeker tegenkomen. Meer bijzonder zijn de strandleeuwerik en sneeuwgors die je op het strand en in de kwelders kunt zien foerageren. En dan heb je nog de goudplevieren die soms letterlijk boven de akkers wolken. In het filmpje hieronder laat ik je 30 vogels zien die je in het najaar op Texel kunt zien. Ik denk dat je wel kunt zeggen: die je er met enig zoeken zeker zult zien! Ik heb bij elke soort een nummer geplaatst. Onder het filmpje kun je de bijbehorende soorten vinden, met daarbij ook het gebied of de gebieden waar ik de vogelsoort zag. Zo krijg je ook meteen een idee wat de beste vogelgebieden op Texel zijn in het najaar.

Alle vogelnamen met toelichting en vogelgebied(en)

Heb je alle vogels gezien en de vogelnamen genoteerd? Hieronder kun je bekijken hoeveel je er goed hebt. En ontdek je meteen in welk(e) vogelgebied(en) je deze vogels op Texel kunt zien.

1. Drieteenstrandloper. Deze kleine steltlopers trippelen overal op het eiland langs de vloedlijn. Soms in grote groepen, soms met een paar. Ze komen helemaal van Groenland. Ze trekken door naar het zuiden tot in Afrika aan toe. Maar een aantal blijft ook ‘hangen’ en kun je dus ook in de winter op het strand zien. Ik zag deze drieteenstrandlopers op het strand ten zuiden van Strandpaviljoen Paal 28.
2. Pijlstaart. Dit is een prachtig mannetje pijlstaart. Typisch een eendensoort van het wad, maar je kunt ze ook wel meer landinwaarts zien. De mannetjes hebben een bruine kop, een witte hals en, als ze volledig in broedkleed zijn, een stel ver uitstekende staartveren. De vrouwtjes zijn overigens egaal bruin. Ik zag deze sierlijke eend op het wad voor de zeedijk bij De Cocksdorp.
3. Rosse grutto. Dit is de neef van onze eigen grutto. De rosse grutto broedt in arctische gebieden, de gebieden rond de Noordpool. Hij is in winterkleed en zal hier overwinteren of toch nog besluiten door te trekken naar zuidelijker streken. Wat onderscheidt hem van onze grutto? Allereerst zijn formaat, want de rosse grutto is iets kleiner. De rosse grutto heeft ook kortere poten. En zijn snavel wipt licht op terwijl de snavel van onze grutto kaarsrecht is. Weet je wat wonderbaarlijk is aan de rosse grutto? Hij kan duizenden kilometers onafgebroken vliegen. Een achterneef van de rosse grutto, eentje die aan de oostkust van Siberië broedt, vloog in één ruk door van Siberië naar Tasmanië onder Australië. Maar liefst 11.000 kilometer op kilometer hoogte! Hij deed er acht dagen over. Ik zag deze rosse grutto op het wad voor de zeedijk bij De Cocksdorp.
4. Bonte strandloper. Nog zo’n wintergast uit het hoge noorden. Hij overwintert met duizenden tegelijk in de Waddenzee. Soms zie je hem over het wad wolken. Je kunt hem in allerlei gebieden tegenkomen, waaronder het Wagejot en de Slufter. Deze zag ik op het wad voor de zeedijk bij De Cocksdorp.
5. Een kokmeeuw in winterkleed. Die behoeft denk ik geen toelichting. Ik wijs je wel op het koptelefoontje dat hij op heeft. Het laatste restje van zijn chocoladebruine kop die hij in de zomer heeft. Ik zag deze kokmeeuw op het wad voor de zeedijk bij De Cocksdorp.
6. De aalscholver. Visser hebben een hekel aan de aalscholver, omdat hij zogenaamd te veel vis zou eten. Wat een onzin! Ze moeten blij zijn als er aalscholvers te zien zijn. Waar aalscholvers zijn, daar zit vis. Waar geen vis zit, daar zijn ook geen aalscholvers. Werkelijk, als de aalscholver zijn eigen voedsel zou uitroeien dan zou er geen aalscholver te zien zijn! Je kunt ook zeggen: de hoeveelheid vissen bepaalt hoeveel aalscholvers er zijn. En dus kun je zeggen: hoe meer aalscholvers, hoe beter. Deze aalscholver zag ik op het wad voor de zeedijk bij de Cocksdorp.
7. Zilverplevier. Deze ietwat plompe steltloper heeft twee enorme ogen waarmee hij continu over het wad speurt. Ziet hij een pier, dan sleurt hij die moeiteloos uit de modder en peuzelt die in een mum van tijd op. Ik zag deze zilverplevier in het Wagejot.
8. Krombekstrandloper. Op deze steltloper had ik niet meer gerekend, want de krombekstrandloper trekt normaal gesproken vooral in augustus en september door, op weg naar het zuiden. Maar dit is een jonge krombekstrandloper en dat kun je zien aan de geelbruine waas op de borst. Misschien moet hij het juiste ritme dat bij het leven van een krombekstrandloper hoort nog wel ontdekken. Ik zag hem in het Wagejot.
9. Zilvermeeuw. Tja, deze rakker kom je overal op het eiland tegen. Ik zag deze op het wad voor de zeedijk bij De Cocksdorp.
10. Paarse strandloper. Dat was voor mij een aangename verrassing! Ik zag op het bankje met uitzicht over het waddengebied voor de zeedijk bij De Cocksdorp en opeens liep hij op de stenen die te samen een piertje vormen. Paarse strandlopers leven vooral op rotsige kusten. Je ziet ze in Nederland daarom op stenige en rotsige plaatsen.
11. Bontbekplevieren. De bontbekplevieren zijn voor mij dé schat van Texel in het najaar. Is het hoog water dan zie je ze in enorme groepen uitrusten in afwachting van het moment dat het water weer gaat zakken. Ik zag deze groep bij de Eierlandse Dam naast de vuurtoren.
12. Jan-van-gent. In deze vogel zit niet veel leven meer. Ik vond hem op het strand bij de vuurtoren. Vanaf de stranden in het westen van Texel kun je ze over de Noordzee zien vliegen. Vooral Paal 20 heeft een goede reputatie. Ik ben daar tijdens mijn verblijf niet geweest. Ik vond deze dode jan-van-gent op het strand bij de vuurtoren.
13. Grote zilverreiger. Deze reiger is zo groot als een blauwe reiger, maar dan een stuk slanker. En hij is spierwit met een gele snavel. Ik zag er niet veel op Texel. De meeste liepen in de weilanden. Deze zag ik in de Robbenjager in het noorden van het eiland.
14. Sneeuwgors. Dit is een vogel die ik heel graag wilde zien. Want zeg Texel en winter, en elke vogelaar denkt: sneeuwgors. Deze fotogenieke zangvogels komen uit het hoge noorden en overwinteren in groepjes langs onze kust. Ze zoeken op het strand en in de duinen naar zaden. Ik zag deze op het strand rond de Eierlandse Dam.
15. Groenling. Terwijl ik speurde naar de sneeuwgorzen, zag ik regelmatig groepjes zangvogels opvliegen op het strand. Mijn hart ging sneller klopper, want ik dacht natuurlijk dat het de sneeuwgorzen waren. Alleen, deze waren een stuk schuwer, ze vlogen heel snel op, iets dat ik niet gewend ben van sneeuwgorzen. Het waren dan ook groenlingen. Groene vinkachtigen die ook in kleine groepjes in de duinen en tussen het helmgras op het strand naar voedsel zoeken. Ook de groenling zag ik op het strand rond de Eierlandse Dam.
16. Keep. Op goede dagen kun je op heel Texel zangvogels zien doortrekken, bezig aan hun reis naar het zuiden. Sommige blijven trouwens hangen. Wat deze keep gaat doen, weet ik niet. Hij streek neer in de Robbenjager. Het is een mannetje, en dat zie je aan de oranje borst. De keep is de vink van Scandinavië. In sommige jaren zakt een groot aantal af naar het zuiden. In andere jaren zijn het er heel weinig.
17. Kluut. De witzwarte steltloper verzamelt zich in het najaar in groepen. Je kunt ze in allerlei slikachtige gebieden tegenkomen waar ze staan uit te rusten. Ook maaien ze vaak met hun kromme snavel door de modder. Zo zeven ze voedsel uit het slik. Ik zag deze kluten in het Wagejot.
18. Wulpen. Ik zag dit groepje wulpen in het Wagejot waar ze zich aan het wassen waren. Als het laag water is, zoeken ze naar voedsel het op het wad en in de kwelders. Bij hoog water zoeken ze natuurgebieden en weilanden in het binnenland op. Daar rusten ze uit, of gaan door met voedsel zoeken. Let op de lange, kromme snavel.
19. Wintertaling. De wintertaling is het kleinste eendje van Europa. Dit is een mannetje en die herken je aan zijn rode kop met de groene boog. Zou je hem van achteren zien, dan valt je meteen de gele kont op. Ik zag deze in het Wagejot.
20. De tureluur, te herkennen aan zijn fel oranje poten. Hij loopt te foerageren in het Wagejot.
21. Koolmees. Natuurlijk geen zangvogel waarvoor je speciaal naar Texel gaat. Maar je kunt hem toch tegenkomen, samen met pimpelmezen, goudhaantjes en vuurgoudhaantjes. Ik zag deze ergens in het bos in het westen van het eiland.
22. Vink. Typisch een zangvogel die in groepjes over het eiland trekt, van noord naar zuid. Soms strijken ze neer in een kale struik. Dit is een vrouwtje. Ze is helemaal bruin. Ik kwam haar tegen in de Robbenjager.
23. Spreeuwen. Als we dit eerder hadden geweten, dan hadden we elke avond op de duinen bij de Mokbaai gestaan. Op de laatste avond van ons verblijf waren we daar en we werden soms haast omver geblazen door enorme zwermen spreeuwen die laag over kwamen vliegen op weg naar hun slaapplaats in de duinen. Het was een spectaculair tafereel wat je beslist gezien moet hebben!
24. Grauwe ganzen. Deze grote, luidruchtige ganzen kom je overal op het eiland tegen. Je herkent ze vooral aan hun enorme oranje snavel. Ik zag dit groepje in de Slufter vliegen.
25. Dit is een groepje wilde eenden, maar het gaat me natuurlijk om de eidereend. Die grote wit-zwarte eend met de groene vlek in de nek. De eidereend broedt in grote aantallen op Texel, maar tijdens ons verblijf zag ik er maar eentje, in de Slufter, waar hij bij hoog water in het ondiepe water naar voedsel zocht.
26. Grote zilverreiger en bergeend, en het gaat me nu om de laatste. De bergeend is een grote eend met een opvallende rode snavel. Zijn verenkleed is wit-zwart-roodbruin. Hij broedt in konijnenholen en andere holten. Ik zag hem in een groepje zwemmen in de Slufter.
27. Strandleeuwerik. Met de sneeuwgors was de strandleeuwerik toch wel mijn belangrijkste doelsoort tijdens onze herfstvakantie op Texel. Ik vind het een heel mooie soort om te zien en te filmen. Kijk naar zijn gele keel en de zwarte tekening op de kop. Ik kwam dit groepje tegen in de Slufter. Evenals sneeuwgorzen trekken ze in groepjes rond, vooral op het strand en in kweldergebieden waar ze zoeken naar voedsel dat bestaat uit zaadjes en insecten.
28. Rotganzen. Rotganzen broeden ver weg in Siberië en overwinteren in grote aantallen in de Waddenzee. En dus kun je ze ook op Texel zien, waaronder in het Wagejot. Geniet van hun zachte rollende roep.
29. Drie soorten steltlopers in één beeld: kluut (de witte bovenaan), scholeksters (de zwartwitte onder de kluten) en een eenzame tureluur vooraan. Een typerend tafereel in het Wagejot tijdens hoog water. Deze vogels staan te wachten tot het water in de Waddenzee weer gaat zakken.
30. Goudplevieren. Soms zie je het gebeuren: een akker komt tot leven. Een enorm aantal steltlopers kiest het luchtruim en cirkelt soms minutenlang door de lucht. Ze hebben de ene keer een gouden gloed, de andere andere keer zijn ze wit. Het zijn goudplevieren die zich op Texel verzamelen. Soms zwermen ze met duizenden tegelijk in de lucht. Om dan langzaam naar beneden te dwarrelen en neer te strijken in een weiland of op een akker. Vaak met kieviten erbij.
    

Vogelgebieden op Texel

Ontdek hier de beste vogelgebieden op Texel. Vrijwel alle gebieden zijn in enigerlei mate toegankelijk voor vogelaars. Soms mag je er wandelen, soms kun je ze alleen vanuit de berm overzien. Maar altijd is er iets te zien. Ik hoop dat je van het filmpje hebt genoten en dat ze de vogels zelf ook te zien krijgt. Veel plezier met vogels kijken op Texel of één van de andere waddeneilanden.