Een van de mooiste wandelpaden in de Alblasserwaard: het pad door de Zouweboezem. We passeerden het rietveld waar de snor zich voorzichtig liet horen, evenals de rietzanger en rietgors. Aan de andere kant van het pad vlogen de bekende kneuen weer rond. De zwarte sterns hebben zich verrassend genoeg nog niet op hun broedeilandjes geïnstalleerd. Ze vliegen nog druk heen en weer tussen weiland en oude-boeren-sloot.
Toen zei iemand op het vlonderpad: roerdomp, en warempel, daar hoorde ik na ik-weet-niet-hoeveel-jaar eindelijk weer eens een roerdomp hompen. De laatste keer dat ik dat merkwaardige geluid was denk in 1999. Even later, net na Huisje De Kikker, hoorden we hem opnieuw, nu nog dichterbij. Een roerdomp horen, alleen dat al is reden genoeg om naar de Zouweboezem te gaan.
Langs de Oude Zederik filmde ik eindelijk de blauwborst. Eerst een mannetje met eten in zijn snavel. Daarna ook het vrouwtje. Minder kleurrijk, maar toch nog met een blauwe borst. Molen De Hoop liet zijn wieken malen en af en toe vloog er een purperreiger voorbij. Daar bij de molen heb je uitzicht op de grootste broedkolonie purperreigers van Nederland. Neem verrekijker of telescoop mee en volg deze schitterende reigers op hun tocht naar de weilanden, of terug.
Dan terug via het wandelpad dat je door Polder Achthoven voert. Eerst de bruine kiekendief, dansend boven de bloemweide. Dan de grasmus, zwartmus en spotvogel. Een enkele roodborsttapuit. Natuurlijk altijd wel een cetti’s zanger. De wandeling in liggende houding afgesloten. Nee, zoek hier nou niet iets spannends achter. Hoewel, een pad op het pad is spannend genoeg om voor te gaan liggen toch?
Tis mooi wandelen daar, door en langs de Zouweboezem. Zie hier mij in actie en onder de foto’s het vrouwtje blauwborst in alarmfase één.