Kluten in de winter

Nee, kluten zijn geen wintervogels die voldoen aan de definitie van de bekende schrijver en vogelaar Lars Johnsson. In zijn kloeke boek Wintervogels doet hij verslag van de vogels die hij in de winter vanuit zijn raam ziet. En dat raam bevindt zich ergens in Zweden. Nu kun je als ik goed kijk naar het verspreidingskaartje in de ANWB Vogelgids van Europa ook in Zweden kluten zien. In het meest zuidelijke puntje van het Zweedse vasteland. Zeker weten dat die kluten in de winter als een van de eerste vogels wegtrekken. Zo ver noordelijk valt de vorst al snel in en aan vorst heeft de kluut een hekel. Kluten in de winter zullen in Zweden een zeldzaamheid zijn.

Nee, Lars Johnsson doet in zijn boek verslag van allerlei soorten roofvogels, spechten en zangvogels die hij rond zijn huis ziet. Ik vind er behoorlijk spectaculaire soorten tussen staan hoor. Denk maar eens aan de grijskopspecht, zwarte specht, patrijs, pestvogel, notenkraker, grauwe gors en sneeuwgors. Voor dat soort vogels in de tuin teken ik direct.

Kluten zal de ‘gewone’ mens niet snel in zijn tuin te zien krijgen. Dat is slechts een paar mensen gegund. Je zult bijvoorbeeld maar onder de dijk in de Prunje wonen met vlak voor het huis een weel. Dag en nacht hoor je steltlopers als scholekster, tureluur, zwarte ruiter en inderdaad, ook de kluut. Behalve dus in de winter, als het vriest. Want zoals gezegd: de kluut heeft een hekel aan vorst. De meeste kluten trekken vroeg in het najaar al weg, maar er blijven altijd wel groepjes ‘hangen’. Zodra de vorst invalt, vliegen ook die kluten naar het zuiden. Waarbij deze sierlijke steltloper overigens precies de vorstgrens volgt. Zodra de vorstgrens naar noordelijker streken verschuift, vliegen de kluten weer noordwaarts. En stel er valt dan plots weer vorst in, dan maken ze zich opnieuw uit de voeten. Hetzelfde gedrag vertonen de kieviten in ons land. Die jojoën ook een beetje heen en weer. Van noord naar zuid en andersom.

Stel dat het klimaat in ons land inderdaad opwarmt, dan kunnen we veel langer genieten van kluten in de winter. Hij zal vrijwel het hele jaar in ons land rond hangen. Zoals dit groepje kluten dat ik afgelopen weekend filmde. Ze foerageren in een groepje in de Prunje, dat fantastische natuurgebied achter Zierikzee op Schouwen-Duiveland. En er liepen nog meer vogels die je nu niet schaart onder de typische wintervogels. Lepelaars bijvoorbeeld. Niet één, maar een stuk of vijftien.

Lepelaars trekken normaal gesproken ook naar het zuiden. Maar de laatste jaren blijft een aantal in ons land ‘hangen’. Een beetje verwend door de zachte winters. Nu zijn kluten wel gewend om een beetje heen en weer de vliegen, van noord naar zuid. Maar of dat voor lepelaars geldt? Ik vermoed van niet. Stel dat het opeens flink gaat winteren, dan krijgen de lepelaars het zwaar. Gelukkig kunnen lepelaars ook prima jagen in zout water. En dat bevriest niet zo snel. Voedsel blijft dus voorlopig wel voorhanden daar aan de oevers van de Oosterschelde.

Kluten in de winter. Gezien de zachte winters van de afgelopen jaren niet heel verwonderlijk. Maar toch. Ik blijf het toch bijzonder vinden. Zo’n fragiel ogende steltloper in de Zeeuwse polder. Een tropische steltloper ook. Die associeer je niet met de winter. Evenals de flamingo’s die in het Grevelingenmeer overwinteren.

Nu het groepje kluten, foeragerend in de Prunje: