Elk jaar worden er wel steltkluten gemeld in ons land. Vaak in moerasgebieden met brede slikranden en ondiep water. Daar voelt de steltkluut zich thuis. Waar je ze kunt zien, verschilt elk jaar, maar de Nieuwe Dordtse Biesbosch bij Dordrecht en De Nieuwe Droogmaking bij Berkel en Rodenrijs zijn gebieden waar je vrijwel elk jaar steltkluten kunt zien. Ook in de Zeeuwse delta kun je ze tegenkomen. Steltkluten voelen zich namelijk ook heel erg thuis in de brakke karrenvelden die je langs de zeedijken liggen. In deze gebieden kom je echter ook vaak de kluut tegen. Wat is nu het verschil tussen kluut en steltkluut? In dit artikel laat ik je in één oogopslag het verschil tussen steltkluut en kluut zien.
Over de kluut
De kluut is vanouds een inheemse broedvogel van ons land. Langs de kust kom je hem vrijwel overal tegen. In karrenvelden en moerasgebieden langs de Oosterschelde, Westerschelde en de Waddenzee is het een vrij algemene steltloper. Hij legt drie of vier eieren in een kuiltje. Zodra de jongen uit het ei gekropen zijn, zoeken ze op eigen kracht naar voedsel. Wordt het plotseling koud, dan kruipen ze allemaal onder de vleugels van één van de oudervogels. De oudervogels zijn in deze periode trouwens heel agressief. Elke vogel die in hun ogen te dicht bij hun jongen komen, jagen ze zonder pardon weg.
De kluut is een tropisch uitziende vogel. Hij is wit met een zwart lijnenspel op het lijf. Zijn lange zwarte snavel kromt naar boven. Met die snavel maait hij door het water en de modder waar hij algen en waterdiertjes uit zeeft. De kluut heeft lange groenblauwe poten en heeft een rank lijf. Je ziet nauwelijks verschil tussen mannetje en vrouwtje.
Over de steltkluut
De steltkluut is ook een ranke steltloper. Iets ranker nog dan de kluut. Zijn snavel is korter en kaarsrecht. Zijn poten zijn hoger en knal rood. Zowel het mannetje als het vrouwtje heeft een zwart bovenlijf en een wit onderlijf. Ze kunnen in zomerkleed allebei een witte kop hebben. En in het najaar hebben beide een zwarte of bijna zwarte pet. Lastig dus om ze uit elkaar te houden. Het vrouwtje is echter wat kleiner dan het mannetje. De zwarte rug van het mannetje glans ook veel meer. In de zon kan die ‘mantel’ prachtig groen iriseren. De steltkluut is nog altijd een relatief zeldzame steltloper in ons land. Toch lijkt hij dus wat talrijker te worden en dat kan wel eens veroorzaakt worden door klimaatverandering. Het schijnt dat in Zuid-Europa moerasgebieden aan het verdrogen zijn. Daardoor moet de steltkluut op zoek naar nieuwe leefgebieden en bereiken ze op hun zoektocht ook ons land. Of dat echt de oorzaak is, weet ik niet. Al eind jaren tachtig zag ik steltkluten in de Rammegors, een natuurgebied in Zeeland. In in een veldgids las ik dat het jaar 1935 één van de topjaren waren voor de steltkluut in ons land met maar liefst 33 broedparen. In 1965 broedden er zelfs 40 paartjes in ons land! Evenals de kluut is ook de steltkluut in de broedperiode ontzettend agressief naar soortgenoten en naar andere vogels die te dicht bij hun kuikens komen.
In één oogopslag het verschil tussen steltkluut en kluut
In Zuid-Europa kom je in vrijwel elk moerasgebied zowel de kluut als de steltkluut tegen. Beide soorten zijn daar redelijk talrijk. Zo filmde ik in de Camargue beide vogels in één beeld waardoor je in één oogopslag de verschillen tussen de steltkluut en de kluut kunt zien. Ik maakte deze beelden nog met mijn oude compact camera en het is erg warm, waardoor de lucht wat trilt. Aan het einde van het filmpje jaagt de kluut de steltkluut weg: