‘Ik put hoop bij de aanblik van gebiedjes waar nog wel volop leven is.’ – In gesprek met Caspar Janssen

Caspar Janssen, journalist en schrijver van het boek Caspar loopt, maakte in 2017 en 2018 een voettocht door de landschappen van Nederland. Al lopende probeerde hij het veranderende landschap te verklaren. Waarom verdwenen sloten, houtwallen, bloemrijke weilanden en bomensingels? Soms sloeg de somberheid toe, maar gelukkig ontvlamde er toch ook regelmatig nog een vonkje hoop. Een paar weken geleden schreef ik een recensie over zijn meeslepende boek. Voor mijn veelgelezen serie Interviews peil ik vandaag zijn stemming over ons nationale landschap.

alarmerende grutto donkse laagten

De zon schijnt, je wandelt door de Donkse Laagten en de grutto’s roepen je toe. Natuurlijk ben je in een optimistische stemming. Hoe beoordeel je de staat van de Nederlandse natuur?

Mijn stemming wordt natuurlijk beïnvloed door de indrukken onderweg. Als ik grutto’s en andere weidevogels zie en hoor op een mooie voorjaarsdag, dan weet ik dat het landschap op dat moment en op die plek in orde is voor ze, al zegt dat nog niet alles. En het betekent dat ik zelf ook in een mooie omgeving loop, met wat drassige, bloemrijke, niet volledig geëgaliseerde weilanden waar niet zes keer per jaar gemaaid wordt. Helaas overkwam me dit weinig tijdens mijn voettocht. Het viel echt op als ik opeens langs boerenland liep waar het wel wemelde van de boerenlandvogels. Soms waren het weidevogelreservaten, in beheer van natuurorganisaties, een enkele keer deed een boer echt zijn best.

De Donkse Laagten is zo’n kleine oase. Een natuurgebied waar in feite het agrarische cultuurlandschap uit de jaren zestig in stand wordt gehouden. Even verderop lag het echte boerenland, daar reden de gierwagens over het land, en was geen weidevogel te bekennen. In de Alblasserwaard, ooit de pronkkamer van het Nederlandse veenweidelandschap, is het aantal weidevogels meer dan gehalveerd sinds 1990. Dat zegt iets over de staat van de natuur in het boerenland, en van het agrarische cultuurlandschap. In andere provincies gaat het nog harder achteruit met de boerenlandnatuur. Wel put ik hoop bij de aanblik van gebiedjes waar nog wel volop leven is. Ook in de Alblasserwaard. Daar zag ik bij Noordeloos boerenlandschap van samenwerkende boeren die voedsel, natuur en een mooi landschap produceerden. In schril contrast met de omgeving.

Ik had het, voor de moraal, hard nodig om dit soort plekken actief op te zoeken. Om een wenkend perspectief te blijven zien. Dat perspectief is: een landbouw die extensiever is, en grondgebonden, met minder gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, minder gericht op hoge productie, meer op landschap, natuur en dierenwelzijn. Natuur is wel zo veerkrachtig dat herstel dan snel zal volgen. Dat zie ik dan op zo’n mooie dag: zo zou het overal kunnen zijn.

interview met caspar janssen caspar loopt landschappen

Helaas, een regenbui en je staat nota bene onder een lekkend afdakje van een immense varkensschuur in Brabant. Weg alle positiviteit. Hoe kijk je in deze toestand naar het Nederlandse landschap?

In Brabant zie je nog altijd de contouren van een heel mooi landschap. Kronkelende beken, bos, coulissen, soms nog wat kleinschalig agrarisch cultuurland. Dat is met niet al te veel moeite in volle glorie te herstellen. Maar de provincie wordt gegijzeld door die immense veestapel. Meer dan twee keer zoveel varkens als mensen. Los nog van de geiten, de kippen en de koeien. Dat heeft consequenties voor het landschap, voor de natuur, voor de leefbaarheid, voor de volksgezondheid. Het zijn niet alleen de loodsen waarin de dieren staan, maar ook de muren van maïs – veevoer – die het landschap bepalen.

Landbouw kun je het niet meer noemen, want de hoeveelheid dieren staat in geen verhouding met wat het land zou kunnen dragen. Het is soms een deprimerende aanblik, loods na loods, waarbij je slechts kunt ruiken welke dieren er gehouden worden. Want zien doen we de dieren niet. Het wrange is: het is helemaal niet nodig. Netto levert de export van varkensvlees net zoveel op als het de maatschappij vervolgens kost, vanwege milieuproblemen voornamelijk. Alleen al vanwege het dierenwelzijn is het systeem niet meer houdbaar. Op dat soort deprimerende momenten probeer ik me dan altijd maar vast te klampen aan die kleine stukjes landschap waar het nog wel mooi is, en natuurrijk, en waar je nog wel wat varkens ziet scharrelen in de buitenlucht.    

pink koe alblasserwaard

Tijdens je trektocht door Nederland ontmoette je talloze mensen met hart voor de natuur. Aan welke drie mensen die je ontmoette zou jij de intensieve veehouder bij mij om de hoek willen voorstellen, en waarom?

Gelukkig heb ik onderweg tientallen mensen opgezocht die geweldige dingen deden om zowel de natuur, het landschap als de landbouw te versterken. Mensen als Sierd, Joke en Welmoed Deinum, van de Graasboerderij, in Sondel, Gaasterland. Daar kreeg je opeens het idee dat het echt niet ingewikkeld is, integendeel. Bloemrijke weilanden, mooie, gezonde koeien die vooral buiten lopen, prima melk en kaas, geen gedoe met enorme machines en met medicijnen. Hetzelfde bij John en Liane Arink in Lievelde, in de Achterhoek. Je hoeft alleen maar om je heen te kijken om te begrijpen wat ze bedoelen.

Maar ook praten met Wiebren van Stralen zou geen slecht idee zijn. Hij liet me in de Friese Echtenerveenpolder zien hoe de intensieve veehouderij het landschap heeft veranderd, ten negatieve. En hij kon prima uitrekenen dat ook een groot deel van de intensieve melkveehouders zal verdwijnen, bij ongewijzigd beleid. Zo ontmoette ik tientallen boeren, landgoedeigenaren, particulieren, die ons land juist mooier proberen te maken. Wat mij trof: alle boeren die het streven naar zo hoog mogelijke opbrengsten hadden losgelaten, en waren omgeschakeld naar natuurvriendelijk zeiden allemaal hetzelfde: ze hadden het plezier in hun werk weer terug. Er was een last van hun schouders afgevallen.

interview met caspar janssen caspar loopt 1

Op het gevaar af dat de mooiste plekjes opeens veranderen in een drukbezochte kermis: wat waren voor jou nu werkelijk de drie mooiste plekjes die je aandeed?

Een onmogelijk te beantwoorden vraag natuurlijk, want geen gebied is vergelijkbaar, en ik zou zo tientallen gebieden kunnen noemen. Ik ben een liefhebber van het rivierenlandschap, maar op deze tocht heb ik gemerkt dat ik een groot zwak heb voor een afwisselend, kleinschalig cultuurlandschap. Met heggen, hagen, houtwallen, beekjes, bosranden en bloemrijke weilanden. Prettig, afwisselend wandelland is dat.

Het Geuldal in Zuid-Limburg is prachtig, rond Noorbeek – ook Zuid-Limburg – klopte ook alles, naar mijn smaak. En in dezelfde sfeer: de Drentse Aa. En, in Groningen: de Ruiten Aa. Die onweerstaanbare combinatie van kabbelende beek en een combinatie van natuur en kleinschalig agrarisch cultuurland, met alle leven dat daar bij komt kijken, dat zag je daar terug.

Met dank aan Caspar Janssen, auteur van Caspar loopt (2019), In de ban van het beest (2019), Ontpopt (2012) en Het veen, de vlinder en de openbaring (2015).


Lees verder in:

recensie caspar loopt caspar janssen

Caspar loopt is het meeslepende verhaal over ons landschap, vol zelfspot en altijd met een scherp oog voor het detail. In het voorjaar van 2017 vertrok Caspar Janssen uit Amsterdam voor een voettocht van anderhalf jaar door Nederland. Bijna dagelijks schreef hij een miniatuurtje over wat hij onderweg zag. Janssen zag en hoorde roodborsttapuiten, kneutjes, nachtegalen en boomleeuweriken, stond stil bij duinroosjes en parnassia, en achtervolgde vlinders. Lopend door Nederland probeerde hij het veranderende landschap te verklaren. Waarom verdwenen sloten, houtwallen, bloemrijke weilanden, bomensingels? Waarom liep hij door muren van mais en door lege polders met raaigras, kunststof hallen en windmolens? Waarom zag hij veldleeuweriken en andere akkervogels in uiterwaarden, maar niet in akkers?