Hartje winter, en toch hoor ik nog tal van vogelgeluiden. Dat klinkt je misschien vreemd in de oren, want je verwacht dat je vooral in het voorjaar vogelgeluiden hoort. Niets is minder waar! Vogels hoor je het hele jaar door! Natuurlijk, in het voorjaar zingen de zangvogels volop. In de winter zingt slechts een enkele vogel. Maar vogels zingen niet alleen, ze roepen ook. En roepen, dat doen ze het hele jaar door. En alarmeren eveneens. Hoe kun je vogelgeluiden leren herkennen? Ik merk tijdens vogelexcursies dat veel mensen dat lastig vinden. Dat is het soms ook, maar gelukkig valt het te leren. Hoe pak je dat het beste aan? In dit artikel deel ik een aantal praktische tips.
Hoe kun je vogelgeluiden leren herkennen
Praktische tips om vogels te leren herkennen… Wist je wel dat ik er beste moeite mee heb om die te delen. Niet omdat ik die tips niet zou willen delen. Maar wel omdat ik veel van die tips een beetje triviaal vind. Vogelgeluiden leren herkennen is in mijn ogen vooral een kwestie van doen. Zelf doen. Veel doen. De natuur in. Je oren spitsen. En daarmee zijn we gelijk bij de belangrijkste tip aanbeland.
#1. Ga de natuur in
Gebruik al je zintuigen als je gaat vogels kijken. Dus ook je gehoor. Waar je ook vogels gaat kijken, overal kun je vogels horen. Je hoort ze zingen. Je hoort ze roepen. Je hoort ze alarmeren. Voor mij is het geluid vaak het belangrijkste. Ik hoor een vogel vaak eerder dan dat ik hem zie. Het geluid van een vogel is voor mij het signaal om hem te zoeken. Net zolang tot ik hem zie. En dan blijf ik staan, net zo lang tot ik hem herken. Hopelijk is me dat gegund. Niet altijd natuurlijk. Een vogel heeft een eigen wil en vliegt soms op voordat ik hem herken. Maar dit is mijn gouden tip, de belangrijkste van alle tips: ga de natuur in, hou halt zodra je een vogel hoort en zoek hem op. Blijf net zo lang staan of zitten tot je hem heb herkend. En doe je dat vaak genoeg, dan bouw je een archief in je geheugen op. Je gaat zienderogen meer en meer vogels herkennen aan hun geluid.
#2. Probeer door de kakofonie heen te luisteren
Ga ik met Carja, mijn vrouw, uit wandelen, dan hoor ik vaak dat ze het zo lastig vindt om al die vogelgeluiden te herkennen. Zeker in het voorjaar wanneer je heel veel vogels tegelijkertijd hoor zingen. De oplossing is dan om te proberen ‘door de kakofonie aan geluiden heen te luisteren’. Probeer een riedeltje in het vogelkoor te isoleren. Vaak wordt dat riedeltje herhaald. Probeer dan de vogel die dit riedeltje voortbrengt in je verrekijker of telescoop te krijgen. Nu zal de determinatie sneller gaan. De combinatie zien en horen werkt het beste. Zo leer je de geluiden het snelst te herkennen. En zo heb ik ook mijn geheugen getraind. Telkens als ik een vogelgeluid hoor dat ik niet kan thuis brengen, blijf ik staan en hoop ik dat ik de vogel te zien krijg.
#3. Droog zwemmen
Je kunt natuurlijk ook droog zwemmen. Thuis allerlei vogelgeluiden afspelen, bijvoorbeeld op de website van Vogelbescherming Nederland of op xeno-canto.org. Vroeger had je de befaamde cassettebandjes, lp’s en cd’s. Later zelfs boeken die geluiden voortbrachten met een druk op de knop. En weer wat later kreeg je internet en YouTube. Ik probeer af toe ook een filmpje te maken waarin ik je de vogegeluiden laat horen, bijvoorbeeld van deze heggenmus. Dat is het voordeel van techniek. Zeker gebruiken en gebruiken. Maar zou je mij op deze manier out of the blue vogelgeluiden laten horen, dan weet ik zeker dat het op veel punten misgaat. Ik mis namelijk de context. De context van de natuur. Het natuurgebied waar je bent, doet er namelijk ook toe. Op de slikken van de Oosterschelde zul je geen merel horen zingen. In het bos zul je geen tureluur horen alarmeren. Het biotoop selecteer soorten uit, en het sluit vogelsoorten in. Conclusie: droogzwemmen is goed, oefen dus zeker via een website. Maar actief de natuur in, is stukken beter. Het leuke is: ga je vaak naar een zelfde natuurgebied, dan leer je op den duur geheid alle vogelgeluiden herkennen. En hoor je dan plots een geluid dat je niet herkent, dan weet je haast zeker dat je een nieuwe soort hoort en hopelijk ook ziet.
#4. Benoem voor je zelf de kenmerken
Jarenlang heb ik gedacht dat ik altijd maar zwartkoppen hoorde. Tot ik plots in de Biesbosch een zwartkop zonder zwarte pet zag die zat te zingen. Dat kon natuurlijk geen zwartkop zijn! Inderdaad, het bleek een tuinfluiter te zijn. Dit is trouwens wel het klassieke voorbeeld van twee lastig te onderscheiden zangvogels. Ik onthoud het verschil als volgt: de zang van de zwartkop eindigt altijd crescendo. Altijd in een welluidende, harde en heldere jubeltoon. De zang van de tuinfluiter is constant. Die blijft aan de grond. Hij kwettert zonder dat het crescendo van de zwartkop eraan vastgeplakt wordt. Een beetje binnensmonds, zoals ik zelf ook spreek. Tja, je moet het gehoord hebben…
In dit filmpje heb ik geprobeerd het verschil in de zang van tuinfluiter en zwartkop onder woorden te brengen:
#5. Schaf een gids aan
Het leuke is dat voor elke uitdaging een boek wordt ontwikkeld. En zo ook voor het herkennen van vogelzang. Heel recent zijn drie vogelgidsen verschenen die je helpen om vogelgeluiden te herkennen. Drie gidsen geschreven door twee auteurs die autoriteit zijn op het gebied van vogelgeluiden herkennen. Zoals zij de vogelgeluiden onder woorden brengen, zo kan ik dat niet. Ze leren je allerhande zaken aan, dus ik zou zeggen: lees meer info over de volgende drie gidsen:
Hoe kun je vogelgeluiden leren herkennen… Ik hoop dat ik je met deze tips een beetje op weg heb geholpen.