Groene woestijnen

‘Wat is het toch mooi bij jullie in de Alblasserwaard,’ vond een collega van me die net een fietstocht door onze regio had gemaakt. ‘Alles zo mooi groen en al dat water.’ Mijn schoonvader, woonachtig in Zeeland, vind dat ook, en dus maakten we afgelopen vrijdag een ronde door de Waard. Met de auto dit keer, dan kom je wat verder. Eerst naar de Donkse Laagten waar we vanaf de Geerweg de nodige dieren zagen. Grutto, kievit, brandgans, wintertaling, spreeuw, een fuut en een haas. De knobbelzwanen vielen hem op. Die zie je niet zoveel op de akkers van Zuid-Beveland.

Maar verder? Verder waren de weilanden maar bar leeg, vond hij. Zo veel groen, en dan nergens een vogel. Zelfs geen scholeksters! Die zie je op de Zeeuwse akkers nog wel, vertelde hij. En mijn schoonvader kan het weten, want die is ongeveer elke dag in de polders te vinden. ‘Groene woestijnen, pa’ legde ik hem uit. ‘Het is hier mooi groen, maar daar is ook alles mee gezegd.’ Vroeg maaien en gifgebruik zorgen ervoor dat er nauwelijks meer vogels te zien zijn. En er vallen vast nog meer redenen te noemen.

Nu zijn niet alle weilanden egaal groen. Het valt me op dat in sommige weilanden complete plakkaten paarse dovenetel zijn opgeschoten. Daar zullen de boeren vast niet blij mee zijn en dat snap ik best. Dovenetel is geen gras. Ik hoewel ik er totaal geen verstand van heb, vermoed ik dat dovenetel lang niet zoveel voedingsstoffen bevat als Engels raaigras. En dat gaat ten koste van de melkproductie en dus van de inkomsten van de boer. Tja, die moet tenslotte ook zijn boterham kunnen verdienen. Dat snap ik dan weer wel.

Onkruidbestrijding in grasland

Maar hoe moet die paarse dovenetel nu worden bestreden? Ik ben bang dat de gifspuit daar voor zal moeten worden ingezet. DowChemical raadt boeren in de digitale brochure Onkruidbestrijding in grasland aan om voorjaarsonkruiden, waaronder de dovenetel, te bestrijden met Primstar of Trevistar. Twee herbiciden, oftewel bestrijdingsmiddelen die prima ingezet kunnen worden tegen allerlei soorten onkruiden. De boer moet wel zeven dagen wachten met begrazing of maaien, want het spul is niet best voor het vee (en voor de boer zelf ook vast niet). Probleem is dat weidevogels die instructies niet altijd goed lezen en vaak direct na het spuiten alweer in een weiland landen dat net is veranderd in een chemische woestenij. Voor zover er natuurlijk nog weidevogels zijn natuurlijk.

Deltaplan voor de biodiversiteit

Daar staat tegenover dat deze week een Deltaplan voor de biodiversiteit is gepresenteerd. David Kleijn, hoogleraar plantenecologie en natuurbehoud aan de Wageningen Universiteit, is optimistisch. Hij gelooft dat dit plan het verschil gaat maken. Ik help het hopen. Zolang het jaarlijks nog tonnen gif regent op weilanden, akkers en tuinen ben ik iets minder optimistisch. En weet je wat ik nu het gekke vind? We gaan elke zomer massaal naar landen als Oostenrijk en Zwitserland op vakantie. We genieten er van de bloemenweiden en van de frisse lucht. Van de heerlijke kazen en andere melkproducten uit die landen. De koeien daar grazen echter niet enkel Engels raaigras, maar krijgen een kruidenrijk mengsel voorgeschoteld. Waarom kan het daar wel, en hier niet? Ik bedoel, de economische wetten zullen ook in die landen voluit gelden. Een boer die daar te weinig melk produceert, zal ook het loodje leggen. Of heeft de Zwitserse boer meer en andere dienmodellen? Het toerisme bijvoorbeeld?

Nee, van optimisme is bij geen sprake. Ik ben bang dat ik één van de laatste grutto’s in de Alblasserwaard heb gefilmd. Jazeker, de komende jaren zullen hier en daar nog plekjes zijn waar je deze fraaie weidevogels kunt zien, maar het zullen er steeds minder worden. Tot het moment dat zelfs de oasen in het landschap toegevoegd zijn aan de groene woestijnen rondom.

Ondertussen hoop ik tegen de klippen op dat David Kleijn mij over een aantal jaar smalend uitlacht vanwege mijn misplaatste pessimisme.

Boeken over duurzaamheid: