Een paar weken geleden waren Sjaak en ik weer op jacht op de middelste bonte specht. Voor de tweede keer in korte tijd bezochten we Landgoed Mattemburgh bij Bergen op Zoom. We sjokten door het hele bos. Nu en dan filmden we een grote bonte specht, een boomklever of een doodgewone koolmees. Tot we langs het wandelpad een gele zwam ontwaarden. Wat dat nou weer was? Van paddenstoelen heb ik immers geen verstand.
Gelukkig geven natuurliefhebbers hun waarnemingen door op waarneming.nl. Ik zocht naar de paddenstoelen en jawel, hij was gemeld: de gele trilzwam. Hoe hij aan zijn naam komt, snap ik wel. De auteur van de Grote paddenstoelengids voor onderweg weet het ook. Hij omschrijft de familie van de trilzwammen als ‘gelatineus’. Je hoeft de tak maar aan te raken of de paddenstoel trilt met heel zijn lijf.
Je verwacht paddenstoelen in het najaar te zien, maar ik lees in de paddenstoelengids dat de gele trilzwam vooral in voorjaar en late herfst te zien is. Ook in het voorjaar dus. Hij leeft op dode takken van loofbomen, vooral op beuken, eiken, essen en hazelaars. En het is een zeer algemene soort. Nou, ik zag hem voor het eerst, voor mij was het een bijzondere waarneming. En dat zomaar langs het wandelpad! In mijn gids ziet hij er trouwens maar bleekjes uit. Jonge gele trilzwammen zijn eerst goudgeel, later worden ze bleekgeel. Dit is dus nog een jong exemplaar.
Ik stond nog naar mijn mobiele telefoon te staren, op zoek naar meer informatie over deze mooie paddenstoel, toen we plots een vogel hoorden roepen. Het was typisch baltsgeluid. Van… jazeker, van een middelste bonte specht! Hij vloog door de boomtoppen en riep aldoor. Gefilmd hebben we hem niet. De middelste bonte specht is toch een fractie schuwer dan de grote bonte specht. En bovendien blijft hij hoog in de boom, is mijn indruk. Maar wat een prachtig geluid! Daar wil ik wel een stukje voor rennen.