Frans verbod op afschieten van de wulp

De wulp is helaas een bedreigde vogel in ons land, zo lees ik in de Vogelatlas van Nederland. Intensivering van de landbouw is ook bij de grootste steltloper van Europa de oorzaak van grote ellende. Maar er is nog een bedreiging van formaat: Franse jagers die de wulp op de korrel nemen. En met de wulp ook onze nationale vogel: de grutto. Vandaag las ik in Trouw dat de Franse Raad van State de jacht op de wulp heeft verboden.

En dat is een fermer besluit dan dat van milieuminister Elizabeth Borne. Die besloot, ondanks de bedreigde status van de wulp, eerder tot een quotum. Tja, dan weet je wel hoe laat het is. Zou een jager in Picardië het door hebben dat de jagers in de Vendée juist het quotum hebben volgeschoten? Nog afgezien van de vraag of je wel op een steltloper moet willen schieten. Een haas, fazant of wilde eend schieten, daar kan ik me nog iets bij voorstellen, hoewel ik zo’n roedel jagers op een akker meestal maar een lafhartige indruk vind maken. Als je twintig man nodig hebt om een paar beestjes te schieten… Dat mag de kwalificatie mannelijk niet hebben. En nog iets: zouden die jagers het onderscheid weten tussen wulp en regenwulp? Nee, dat quotum van de minister was niets anders dan een valse schaamlap om de jacht door te kunnen laten gaan. Een jager in zijn jachthut wijdt geen enkele gedachte aan een quotum van één of andere bureaucraat in Parijs. Maar de jacht op de wulp is niet normaal, en dus zou de halfslachtige milieuminister haar jagers moeten helpen deze jacht te staken in plaats van hun dodelijke praktijken te legitimeren.

Franse jagers kennen vanuit zichzelf immers geen scrupules. Wulp, grutto en ook de ernstig bedreigde zomertortel, het liefst schieten ze deze vogels allemaal uit de lucht. En daar stoppen ze ook nog eens ontzettend veel energie in. Vorig jaar was ik in de meivakantie in Picardië en bezocht ik Hâble d’Ault ten noorden van Le Tréport. Het leek eerst op een fraai natuurgebied, tot ik de jachthutjes en lokeenden zag. De kolonie grote sterns, de geelgorzen en het paartje velduilen konden niet verbloemen dat dit gebied ingericht was als ordinaire schiettent. En zo heb ik op vele Franse plassen lokeenden, al dan niet levend, zien drijven.

Terug naar de wulp. 2019 is in ons land uitgeroepen tot het Jaar van de Wulp. In de hoop dat dat de neergang van deze prachtige steltloper zal stuiten. Ik heb nog geen aanwijzingen dat dat het geval is. Ik kan nu wel sputteren over die Franse schietkoningen, wij hier in Nederland hebben evenmin veel genade voor onze weidevogels. Wij doen het alleen iets geniepiger. We ontwateren natuurgebieden en polders, veranderen levendige landbouwgebieden in monotone gebieden met een biodiversiteit grenzend aan nul. Plengen de Franse jagers hun offers voor de Griekse godin Artemis, wij calvinistische Hollanders brengen onszelf in de onheilige sferen van de Mammon. Een ouwe god uit het Midden-Oosten die zijn slaafse volgelingen het geld uit de buidel klopte. Katholiek of protestant, kaaskop of Fransoos, afgoden dienen we allemaal.

Vogelbescherming Nederland heeft het ondertussen niet zo op die afgodendienst. Gelukkig zijn er steeds meer Nederlandse boeren die het belang van duurzame landbouw inzien, evenals trouwens in Frankrijk. Maar Artemis geeft haar invloed niet zo makkelijk op. Vermoedelijk mogen de Franse schietmajoors dit najaar nog op grutto en zomertortel paffen. Terwijl deze soorten in Nederland een beschermde status hebben, worden ze in Frankrijk op hun trektocht naar het zuiden met hagel ontvangen.

Hoezo één Europa?