De Crezéepolder bij Hendrik-Ido-Ambacht… Het is zomervakantie en daar hoort een mooie wandeling door de natuur bij, vind je niet? Ik sta op de dijk en kijk uit over de Crezéepolder. Hier kun je in de zomermaanden getuige zijn van de vogeltrek. De eerste steltlopers uit het hoge noorden zijn gesignaleerd en de komende weken zullen er nog veel meer bijkomen. En daarom: wandelschoenen aan, mijn Eden verrekijker mee en de rivierdijk op, met de altijd luidruchtige A15 aan mij rechterhand.
Een scholekster kijkt me argwanend aan. Zijn feloranje snavel licht helder op in het avondlicht. Jonge kluten, al bijna even groot als hun ouders, maaien met hun kromme snavels door de modder op zoek naar voedsel. Helemaal blij word ik van het groepje lepelaars dat hun lange snavels heen en weer laat gaan door het water. Soms wippen ze een visje omhoog die ze behendig in hun snavels opvangen om het dan zonder pardon in te slikken. Die visjes hebben het trouwens moeilijk, want ook vanuit de lucht worden ze belaagd: een visdief vliegt zijn rondjes en houdt het water onder hem nauwlettend in de gaten. Pats, daar laat hij zich in het water vallen. Tevergeefs. Ik zie geen visje blinken in zijn snavel. De visdief begint aan een nieuwe ronde, de zoveelste van deze dag…
Mijn ronde gaat ook verder. Nu eens niet over de rivierdijk, maar langs het hek dat dwars door de Crezéepolder loopt. Het geraas van de A15 gaat op in het ruisen van de jonge boompjes. Nietsvermoedend knabbelen de hazen aan de andere kant van het hek van het gras. Het mooiste moet nog komen: het moment dat er eentje mij aankijkt en ik hem met mijn verrekijker. Even kijken we elkaar nieuwsgierig aan tot het moment dat het hem teveel wordt: hij spurt naar de andere kant van de aarden wal.
[tekst gaat onder het filmpje verder]
Putters laten hun rinkelende liedje horen vanuit de elzen. Een grasmus slaat een rups tegen een tak en werkt hem dan naar binnen. Vanuit het gras vliegt een groene specht op. Op het prikkeldraad zitten boerenzwaluwen en oeverzwaluwen gebroederlijk naast elkaar. En achter het prikkeldraad? Daar zoeken kemphanen – allemaal mannetjes – en tureluurs naar voedsel op het slik. Die kemphanen moet je zeker een keer gezien hebben in de zomer. Sommige hebben nog een restant van hun verenkraag in de nek.
Ik laat mijn ogen over het drooggevallen slik gaan. Grote groepen Canadese ganzen, brandganzen en vooral grauwe ganzen hebben zich in het gebied verzameld. Soms vliegt een groepje op om achter de Oostmolendijk te verdwijnen. Ik vermoed dat ze op zoek gaan naar een akker met heerlijke spijzen. Daar zal niet iedereen blij mee zijn en dat klopt: opeens klinkt vanachter de dijk de harde knal van een gaskanon. De groep ganzen komt weer teruggevlogen en voegt zich luid gakkend bij de soortgenoten.
Lest best, zeggen we wel eens. In de natuur heb je dat niet altijd voor het zeggen, maar vanavond gaat het gezegde op. Ik zie iemand aandachtig door een verrekijker turen. Het moet wel iets bijzonders zijn, want anders blijf je niet minutenlang in deze houding staan. Ik sluip zo zachtjes mogelijk naar de waterkant en dan wordt het me helemaal duidelijk. Daar zit een bever te knagen aan een dikke wilgentak! Kijk, dit soort ontmoetingen maken de Crezéepolder tot het bijzondere gebied dat het is!