italiaans mierenleger aan het comomeer

Een leger mieren rond een vijg (of zoiets)

 

Italianen weten hoe het leven te leven. Ons vakantiehuis aan het Comomeer was er één van een aantal in een pittoresk hofje. Onze oude buurvrouw links veegde elke ochtend de afgevallen bladeren en bloemen op. De jonge mensen linksvoor hadden elk hun dagelijks werk te verrichten. En de oudere mensen rechts, die waren er alleen in het weekend én op een doordeweekse avond. Maar toen waren ze wel met velen tegelijk. Familie? vroeg ik. Amici, luidde het antwoord. Vrienden dus. Compleet met barbeque, buffet, wijn en muziek.

Schoon volk als de Italianen zijn, ruimden ze de boel natuurlijk netjes op. Behalve een stuk vijg of iets anders zoets. Dat lag op het muurtje en was ontdekt door dat andere Italiaanse leger: de straatmieren die het hofje bewaakten. Met zijn honderden en misschien wel duizenden krioelden de mieren rond het stuk zoetigheid. Urenlang duurde het vreetfestijn, maar de volgende ochtend was het muurtje weer helemaal leeg. Alsof er nooit een stuk suikergoed gelegen had. Dat mieren suikerverslaafd zijn, had je al kunnen zien in mijn eerdere filmpje met mieren in de hoofdrol.

Met mijn macrolens op mijn smartphone filmde ik het mierenleger. Het was al een beetje aan het schemeren, dat zie je op den duur wel. En je ziet ook dat de focus van de macrolens wel heel klein is. Slechts een klein stukje beeld is scherp. Maar dat mag wat mij betreft de pret niet drukken. Deze opname had ik niet kunnen maken met mijn gewone camera’s. 

Leestip: Mijn wilde tuin van Meir Shalev

mijn wilde tuin meir shalev

Een mierenleger dus. Dat elke dag omhoog en omlaag liep langs de gevel van de afwezige buren rechts. Een donkere streep mieren. Altijd nijver, immer actief. Ik lees moment het werkelijk fantastische boek Mijn wilde tuin van Meir Shalev die in het hoofdstuk Mieren aandacht besteed aan de kleine bewoners van zijn tuin: ‘De beroemdste bewonderaar van de mieren is koning Salomo, die ze prees met zijn bekende woorden:

Ga naar de mieren, luiaard,
kijk hoe ze werken en word wijs.
Hoewel er onder hen geen leider is,
geen aanvoerder, geen koning,
halen ze in de zomer voedsel binnen,
leggen ze in de oogsttijd een voorraad
aan.’

Meir Shalev levert op zijn geheel eigen wijze commentaar: ‘Salomo’s entomologische nieuwsgierigheid en wetenschappelijke observatievermogen zijn lovenswaard, maar wat er echt achter zijn genegenheid en waardering voor de mierensamenleving steekt, kan moeilijk over het hoofd worden gezien. Meer dan welke andere Israëlische koning ook maakte Salomo gebruik van de zware arbeid van zijn onderdanen voor zijn eigen aanzien, glorie en genoegens, en meer dan welke andere koning ook verwachtte hij van zijn burgers dat ze zich gedroegen als mieren.’

En direct erop volgend: ‘Ga naar de mieren, luiaard, kijk hoe ze werken en word wijs,’ zei de luie heerser, leegloper en hedonist, die zelf geen moment had gewerkt in zijn leven. De oogsten en het vee van zijn onderdanen werden zijn maaltijden, hun zoons en dochters werden zijn slaven, en nog altijd was hij jaloers op de samenleving van de mieren die geen opzichters, slavendrijvers en aanvoerders nodig hadden aangezien het knechtschap in hun aard besloten lag.’

Tot zover Meir Shalev, een meesterlijke schrijver die in Mijn wilde tuin op luchtige toon en met de nodige zelfspot zijn vorderingen in de tuin beschrijft.

Dan nu het Italiaanse mierenleger dat zich tegoed doet aan een stuk zoetwaren:

De mooiste boeken over insecten: