In de Friese Zuidwesthoek, bij het buurtschap Idzega, gelegen tussen Hindeloopen en Sneek, stemmen boeren hun werk af op het behoud van de grutto en andere weidevogels. Vogelbescherming Nederland doet mee, evenals Staatsbosbeheer. In het boek Een gruttoparadijs volgt natuurjournalist Halbe Hettema het wel en wee van boeren en gruttobeschermers. Waar komt hun passie voor de grutto vandaan? Hoe passen zij hun bedrijfsprocessen aan om weidevogels te beschermen? Wat werkt wel, wat niet? En, de ultieme vraag: is het genoeg?
Miljoenen euro’s worden jaarlijks besteed om de 30.000 grutto-paren die Nederland nog rijk is, te beschermen. Provincies, het Rijk en Europa zijn de belangrijkste geldschieters. Maar het lijkt investeren tegen de klippen op. Er gaan jaren voorbij waarin haast geen enkel grutto-kuiken de fase van kuiken lijkt te overleven. Kapot gemaaid worden ze, of opgevreten door steenmarters en roofvogels. En als de weersomstandigheden gedurende een lange periode ongunstig zijn, dan vormen die een extra negatieve factor van belang. Maar in Idzega werken boeren met elkaar en met natuurorganisaties samen om het tij te keren. Alles wordt er uit de kast gehaald om de grutto en andere weidevogels te beschermen. En hoewel het soms vechten tegen de bierkaai lijkt, men gaat onverdroten door. Want de passie voor de weidevogels zit er diep. En uiteindelijk begint alles met passie.
Natuurjournalist Halbe Hettema volgt ze op de voet: de boeren, de natuurbeschermers, de onderzoekers en soms de rekenmeesters. Waar lopen zij zoal tegenaan bij beschermen van ‘hun’ weidevogels? Dat blijkt niet weinig te zijn. Als eerste moet de organisatie kloppen. Daartoe werd het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer opgericht om onder meer het aanvragen van subsidies voor en door boeren te vereenvoudigen. Dat blijkt nog niet zo makkelijk te zijn en wie een fout(je) maakt, wordt beboet. En wie boetes ontvangt, die raakt gefrustreerd… Alle partijen leerden ervan. Ging in het begin alle aandacht uit naar het beschermen van legsels, daar werd in de jaren erna het idee van mozaïekbeheer geboren: een manier om de weiden zo te maaien dat er een mozaïekpatroon ontstaat. De afwisseling van hoog en laag gras, van kruidenrijk- en begraasd gras, levert goede leefomstandigheden op voor de grutto’s. Later werd ontdekt dat ook de aanwezigheid van water belangrijk is voor grutto’s en andere weidevogels en werden plasdrasgebieden aangelegd. Waar mensen actief raken, daar worden inzichten geboren…
Maar er zijn altijd uitdagingen of, om het minder positief te duiden: er zijn ook de nodige strubbelingen. In de natuur is het een kwestie van eten en gegeten worden. Maar gaat het om het beschermen van de weidenatuur, dan zien gruttobeschermers en boeren predatoren als buizerd, bruine kiekendief, vos en steenmarter liever van boven en op de grasmat verdwijnen. Begrijpelijk, maar er zijn betrokkenen die erop wijzen dat de toename van sommige predatoren het gevolg is van menselijk handelen. Het bestrijden van predatoren als roofvogels heeft zijn knelpunten, want ook dat zijn wettelijk beschermde dieren. Tja, hoe met dit dilemma om te gaan in de praktijk?
Boeren met passie voor weidevogels worden op de voet gevolgd. Klaas Oevering en Frank Ypma in het bijzonder. Een prachtig hoofdstuk om te lezen. Bij deze boeren gaat gruttobescherming haast voor het verdienmodel uit, hoewel ook zij natuurlijk winst moeten maken om te kunnen blijven bestaan. Maar met afkeer kijk en ze naar de ontwikkelingen in de intensieve landbouw. En anderzijds pleiten zij ferm voor het bestrijden van predatoren. Het zouden precies de boeren uit de Alblasserwaard kunnen zijn die ik hierover soms spreek. Schitterend! Frank Ypma is, anders dan Oevering, geen biologische boer, maar hij werkt wel op een manier die gruttovriendelijk is. Dat kan dus ook!
Ook de kritische onderzoeker wordt gevolgd. En waar ik als natuurliefhebber gewoon een beetje loop te genieten van de natuur, daar benaderen natuuronderzoekers het gruttobeleid een stuk analytischer en kritischer. Ook agrarisch natuurbeheer is nog niet zaligmakend. Het zou meer resultaat moeten opleveren. Gelukkig ziet de onderzoeker opmerkelijk weinig verlies van nesten en kuikens door landbouwwerk. Dat vond ik opmerkelijk. De combinatie van uitgesteld maaibeheer en vrijwilligers die meehelpen bij de bescherming van legsels werkt in principe goed. En de meeste boeren maaien wel om de nesten heen. De bekende hoogleraar trekvogelecologie Theunis Piersma wijst overigens wel op de dodelijke combinatie van droogte, kapotte bodems en gifstoffen in het milieu. En tot slot, niet onbelangrijk: wat wedervaren ‘onze’ grutto’s in zuidelijker landen, op hun reis naar overwinteringsgebieden en tijdens hun verblijf aldaar? Houden Franse en Spaanse jagers zich aan het jachtverbod op grutto’s? En hoe gaan Afrikaanse rijstboeren om met grutto’s die rijstkorrels eten?
Er lijkt een Aanvalsplan voor de grutto in de maak. Ik hoop maar dat dit van de grond komt en dat het effectief zijn zal.
Over dit wel en wee ten aanzien van de gruttobescherming (en nog veel meer en vanuit nog andere perspectieven), lees je in Het gruttoparadijs. In de hoop dat in de velden rond Idzega het tij gekeerd zal worden ten gunste van grutto en andere weidevogels, beveel ik dit boekje van harte aan. Vooral het feit dat vanuit allerlei verschillende perspectieven én vanuit de praktijk van alledag over gruttobescherming wordt geschreven, vind ik verrijkend. Hoe beoordelen boer, beleidsmaker, rekenmeester, vrijwilliger en onderzoeker de omgang met de grutto en de manieren van beschermen van onze nationale vogel? Ondanks dat het spannende tijden zijn voor veel boeren, vind ik het hoopgevend dat zoveel boeren zich toch met zoveel passie bekommeren om het lot van de grutto. Ik zie uit naar een uitweg uit de milieu- en biodiversiteitscrisis op het platteland. Die begint niet bij het grote geld. Die begint bij de passie. De passie voor natuur, grutto én het boerenbestaan.
Een gruttoparadijs / Halbe Hettema / KNNV Uitgeverij / als paperback