‘Bij voorkeur in open gebieden zoals in cultuurlandschappen en tuinen; meestal zeer algemene trekvlinder.’ Dat lees ik in de ANWB Vlindergids over de gamma-uil. Een nachtvlinder die ook overdag vliegt. Ik zag hem in het volle zonlicht, in de tuin, terwijl hij minutenlang op de enige bloem van onze buddleia zat. Het is een oud exemplaar denk ik, want van de tekening op de vleugels is weinig meer te zien dan een paar vage vlekken. Het meest kenmerkend vind ik dat krulletje aan de zijkanten van de bovenvleugels. Nieuw voor mij is dat de gamma-uil een trekvlinder is. De meest algemene zelfs van Midden-Europa. Maar hij plant zich ook in onze contreien voort. Kleine aantallen overwinteren zelfs in ons land. Alleen als er sprake is van een zachte winter, als rups of pop en heel soms als imago (vlinder).
Zie je een vlinder die een beetje doet denken aan de geliefde kolibrievlinder, dan kan dat best eens een gamma-uil zijn. Grijsbruin, niet heel opvallend, maar zoals elk dier waard om bekeken te worden:
Binnenkort vlinders kijken in binnen- of buitenland? Neem dan een van deze vlindergidsen mee:
[huge_it_portfolio id=”33″]