De lente-editie van De Scharrelaar is weer verschenen, het literair tijdschrift voor vogelliefhebbers. Het nummer plofte precies op tijd bij mij op de deurmat: thuis werken vergt behoorlijk wat van de mens, en zeker in de eerste weken had ik geen behoefte aan al te lange teksten. Dan komt een tijdschrift goed van pas. En al helemaal wanneer het gevuld is met opmerkelijke verhalen.
Het meest opmerkelijke verhaal las ik als eerste. Niet gek, want het is ook het eerste verhaal in De Scharrelaar. Waarin Daan Remmerts de Vries terugblikt op het ventje dat hij ooit was. Een fanatieke vogelaar die met een cassetterecorder vogelgeluiden opnam en zelfs tijdens een vogelkamp door de andere jeugdige vogelaars als buitenbeentje werd gezien. Och, arme jongen. Heeft niemand je ooit verteld dat, wanneer je terug wilt blikken, je de jongste tienerjaren het beste kunt overslaan? De laatste zin bracht me echter in verwarring. Hoe feitelijk is deze literaire constructie van deze auteur die al een heel oeuvre kinderboeken op zijn naam heeft staan? O gelukkig, er kan nog gelachen worden.
Wel gebaseerd op harde feiten zijn de beschrijvingen van Kees Camphuysen over zijn geliefde studie-objecten: zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw. Hij publiceerde er al een boek over: De zilvermeeuw. In dit verhaal stelt hij zilvermeeuw M.ANH aan je voor, maar helaas is de heer M.ANH onverwacht overleden. En dan bespeurt Kees Camphuysen enige affectie voor zijn studie-object en dat is precies niet wat een wetenschapper zou moeten doen, zijn onderzoeksobjecten verpersoonlijken. Maar gelukkig, ook Kees blijft mens van vlees en bloed en dus zwenkt hij het literaire vizier naar zilvermeeuw S.UUS, zo genoemd om studente Susanne tijdens haar project te plezieren. Helaas voor S.UUS is ze door manlief (niet zijnde M.ANH) verlaten en nu brengt ze het broedseizoen door op een paar meter afstand van het nest van haar ex en zijn nieuwe partner. Wat een triest lot en wat vertonen ook vogels toch bijzonder gedrag.
De kauw komt er goed vanaf in deze editie van De Scharrelaar. Marja Vuijsje en Yolande de Kok verhalen over wat zij met deze vrolijke stadsvogel hebben. Maar dan heb je ondertussen ook het verhaal van Jelle Reumer gelezen over The age of birds. Mooi verhaal trouwens van een door mij zeer gewaardeerd columnist in een zeker dagblad. En warempel, daar nog een verhaal over kauw, raaf en andere kraai-achtigen. Nu een ontroerend terugblik van Karina Wolkers die vertelt over Jan en zijn kauwen en kraaien en hoe hij wenste een raaf te willen hebben. Geheel zonder bijbetekenis was die wens overigens niet.
Over de bizarre mix van volksgeloof, religie en vogelwichelarij schrijft Arie van den Berg. Verbeeldingskracht kun je onze voorouders niet ontzeggen. De verhalen over oorlogen tussen grote groepen vogels hielden de gemoederen in voorbije eeuwen enorm bezig. Geen wonder, want deze bizarre verhalen kondigden heil of onheil aan. Dat dit denken nog altijd diep in onze hersenstam verstopt zit, als een anker diep in de blubber van de Noordzee, blijkt uit een verhaal over een enorme spreeuwensterfte in Amerika. Bijbelvaste Amerikanen zagen er een teken Gods in dat het einde der tijden aankondigde. Ik meen voorzichtig te kunnen concluderen dat het vooral het einde van de spreeuwen aankondigde.
Welke verhalen moet ik nog meer noemen? Dat van Willem Jan Otten die het lot van de vogelaar raak typeert: ‘Met lege handen van tochten terugkeren. Van iets de enige vertolkers zijn.’ Op deze wijze moeten ontelbare verhalen zijn ontstaan. Bert Keizer plaats kanttekeningen bij het uitsterven van ‘s wereld talrijkste vogel ooit: de Amerikaanse trekduif. Ook naar Amerika gaat Albert Beintema die er de met de nodige weemoed de prairie bezoekt, op zoek naar de marmergrutto.
Ik kan onmogelijk alle verhalen benoemen. Vooruit, dan nog het verhaal van Saskia van Loenen die het opneemt voor een exoot die ik ook regelmatig langs ons raam zie flitsen: de halsbandparkiet. Deze vreemde vogel blijkt minder schadelijk dan sommige alarmisten verkondigen, dus laten we hem van harte welkom heten in ons kikkerlandje. En tot slot, ook het reisverslag van Remco Daalder naar Bass Rock mag er zijn. Daar huist de grootste kolonie jan-van-genten ter wereld.
Veel verschillende soorten verhalen dus in deze editie van De Scharrelaar. Een weldadige verzameling van korte verhalen die ik met veel plezier heb gelezen. En dat geldt vreemd genoeg voor elk verhaal. Zoals Frits Bloemendaal uit de kast komt als luie vogelaar, zo kom ik nu uit de kast als luie lezer. Evenals in de eerste editie kom je ook in de lente-editie van De Scharrelaar een vogelgedicht tegen. In het Engels. En de uitdaging luidt: stuur jouw vertaling in. Wie de mooiste vertaling indient, ontvangt de complete vogelserie van Atlas-Contact. Als luie lezer doe ik nu een stapje achteruit. In stilte wens ik het gedicht The darkling thrush van Thomas Hardy een overtuigende vertaling toe. Weet je uitgedaagd! De prijs mag er zijn: de complete vogelserie van Atlas-Contact. Ook al zulk fijn leeswerk!
De Scharrelaar lente-editie 2020 / Diverse auteurs / Atlas-Contact