Er werd me via mijn website een vraag voorgelegd: wat is nu de beste windrichting om de vogeltrek te volgen? En dat is een goeie vraag, want het is een feit dat de windrichting van invloed is op het trekgedrag van vogels. Waarbij het antwoord niet eenduidig is trouwens. Het hangt helemaal af van de vraag welke vogeltrek je wilt volgen in welke periode van het jaar.
Beste windrichting om de vogeltrek te volgen
#1. De zeetrek in het najaar
Laat ik beginnen met de zeetrek in het najaar. September en oktober zijn de beste maanden om de zeetrek te volgen. Een aantal locaties staan erom bekend dat je in die periode veel en verrassende waarnemingen kunt doen.
Spreekt vanzelf dat die locaties aan de kust liggen. Uitzicht over de oneindige Noordzee dus. Bij rustig weer speelt de zeetrek zich op volle zee af. Rustig weer is prettig vogels kijken en er valt ook aan de kust dan een hoop te genieten. Maar de echte cracks hopen op een stevige noordwester storm. Windkracht zeven, acht of zelf nog steviger. Zo’n wind blaast de vogels naar de kust. Is de dag na de storm rustig, trek er dan gerust op uit. Wind uit het noorden is natuurlijk een goede tweede, zeker in de noordelijke provincies.
In de herfstvakantie sprak ik bij de haven van Lauwersoog een vogelaar die me bovenstaande vertelde. Hij hoopt altijd op een stevige noordwester storm op volle zee. De volgende dag rijdt hij dan steevast naar de haven op zoek naar jagers en franjepoten.
#2. De trek van kraanvogels in het najaar
Nog zo’n populaire vogeltrek: die van de kraanvogels. Die speelt zich voor het grootste deel af ten oosten van ons land. In Duitsland dus. Maar elk jaar vliegen er groepen kraanvogels over Limburg en andere provincies in het oosten van ons land. De droom van elke volger van kraanvogels? Een stevige wind uit het (noord)oosten. Die blaast de kraanvogels richting het westen, en hopelijk ver genoeg dat ze ons land binnen vliegen.
#3. De trek van zangvogels in het najaar
Sta je op de juiste plek, dan kan de trek van zangvogels ronduit spectaculaire vormen aannemen. Tienduizenden vogels trekken in de vroege ochtend voorbij en over. Veel zangvogels gebruiken de kust als baken. Vandaar dat sommige duingebieden bij uitstek locaties zijn om de zangvogeltrek te volgen. Het duingebied bij Westenschouwen bijvoorbeeld. Zangvogels hebben een hekel aan de zee. Ze moeten die soms oversteken, maar liever blijven ze boven land. Een stevige oostenwind drijft zangvogels die meer landinwaarts vliegen richting de kustlijn. Steekt in de periode september en oktober een stevige (noord)oostenwind op, dan is dat haast een garantie voor een goede zangvogeltrek langs de kust. Nadeel van een harde wind is evenwel dat vogels ook kunnen besluiten even ‘te blijven hangen’. Een stevige wind te moeten trotseren betekent immers ook veel energie verbruiken… Kun je de storm maar beter even laten uitrazen…
#4. Voorjaarstrek
In het voorjaar gaat alles andersom: dan vliegen de vogels van zuid naar noord. Een zuidenwind stuwt de vogels naar het noorden. Stevige wind uit het zuidoosten stuwt de vogels wat meer naar het noordwesten. En daar ligt een zeker landje dat Nederland heet. Nu moet ik bekennen dat ik de najaarstrek vaak spectaculairder vind dan die in het voorjaar. In het voorjaar gaat het allemaal iets kalmer en geleidelijker aan. Maar sta je op een stuw als bijvoorbeeld de trektelpost in Breskens, dan kun je juist in het voorjaar heel veel vogels voorbij zien trekken.