En zo kroop ik zaterdagavond op de Tongplaat onder mijn camouflagekleed in de hoop van dichtbij een grasmus of blauwborst te filmen, maar beide zangvogels bleven op afstand. Toen maar verder gesjokt, naar die in mijn ogen vreselijke vogelkijkhut. Hoe je als Staatsbosbeheer zo’n ding in elkaar kunt flansen, ik begrijp het werkelijk niet. Er zaten dit keer niet veel vogels, maar de vogels die er zaten, zagen me direct. Het zijn kijkgaten zo groot als een raam en bovendien heb je ook nog eens een enorm licht gat achter je. Je silhouet steekt dus heerlijk af tegen de lucht. Maar goed, je kunt ook op het bankje vóór de hut gaan zitten en je moet je wel realiseren: het is een wat lompe hut in een werkelijk magnifiek natuurgebied. Op weg naar de vogelkijkhut zat een stel rietzangers en kleine karekieten te alarmeren. Eén alarmerende rietzanger liet zich even van dichtbij filmen. Hij alarmeert, dus ik vermoed dat er een nest in de buurt hangt.