Waarom de paasvuren geen goed idee zijn.

De droogte is weer in het land en plots komt een eeuwenoude traditie in gevaar: die van het afsteken van de zogenaamde paasvuren. Nu ben ik geboren in het westen van het land. Waar ik nog altijd woon. Hier kennen we het fenomeen paasvuur eigenlijk alleen van horen zeggen. Wij hebben in het westen onze eigen vuren: die van het nieuwjaar, in Scheveningen, waar het dit jaar zo gruwelijk mis ging. Spelen met vuur is vragen om ongelukken.

De paasvuren komen uit het oosten en wat mij betreft houden we ze daar ook. Dit jaar lijken er heel wat minder paasvuren te worden ontstoken. De droogte gooit roet in het eten. Te veel risico dat de paasvuren complete natuurgebieden in de fik zetten. Spelen met vuur is vragen om ongelukken en een verstandige burgemeester verbiedt in deze omstandigheden het ontsteken van het paasvuur. Of hij schaalt het paasvuur terug naar het niveau van een vuurkorf. Maar vrijwel zeker zullen er toch enkele grote paasvuren worden ontstoken en dan houden we dit jaar het paasvuur helaas niet in het oosten. Want bij mooi weer waait de wind vanuit het oosten. En de oostenwind zal de fijnstof heerlijk richting westen blazen. Fijn vooruitzicht voor alle astma en bronchitis patiënten.

Alleen al daarom de paasvuren maar verbieden? Ik zou er bijna voor pleiten inderdaad. Ik bekeek een paar filmpjes over het opbouwen van de houtstapel. Ik verzeker je: de bouwers spotten met elke wet voor schoon stoken. Ongesorteerd snoeiafval – soms en vaak zelfs met blad en al – wordt tot stookhout gedegradeerd. Ik zag groene coniferen de stapel opgetast worden. Iedereen weet: een groene conifeer meurt de houtkachel uit. Evenals slecht gedroogd snoeiafval. Je ziet hier hetzelfde als daar in Scheveningen: het slechtste van het slechtste hout wordt verstookt. In Scheveningen pallets, in het oosten vochtig snoeihout. Ik snap niet dat overheden dit soort openbare praktijken oogluikend toestaan. Stelt trouwens de huidige discussie over de houtcentrales ook in een bedenkelijk licht. Als die ook massaal dit soort hout moeten gaan verbranden, dan zijn we in dit land nog niet jarig. Leg maar een noodvoorraad mondkapjes gereed.

Nu is schrijver dezes eerlijk gezegd een beetje hypocriet. Hij heeft namelijk een Janus in de woonkamer staan. En de kenners onder ons weten dat ik het dan niet alleen over de Romeinse beschermgod heb. Janus is ook een befaamd merk houtkachel. Jazeker, ik ben een vrolijke houtstoker. Dit jaar nog niet, want mijn houtvoorraad is op. Maar als er hout is, dan stoken we. Jaren geleden ook al het slechtste van het slechtste hout, namelijk gratis pallethout. Maar voorlichting van onze gemeente heeft me overtuigd: dat nooit meer. Geen flinter pallethout meer de kachel in. Want met pallethout organiseer je meer fijnstof dan de stoomboot van Sinterklaas. Tegenwoordig koop ik houtbriketten. Kurkdroge stukken hout, die bestaan uit samengeperst zaagsel en houtsnippers. Aanbevolen als relatief duurzaam. Ik zeg relatief, want ik denk niet dat je met je snufferd boven de schoorsteen moet gaan hangen. Dat lijkt me nog altijd niet best voor je gezondheid. En daarom stoken we nu met mate.

Ik snap de maniakken uit oost en west dus wel. Lekker een vuurtje stoken, prachtig. Maar alsjeblieft, doe het met hout dat tijdens het fikken het minste fijnstof produceert. En doe het anders niet. Want een paasvuur moet zijn wat het is: een vuur. En geen laaghangende sluierwolk die neuzen, kelen en longen naar schone lucht doen snakken. Is een schoon vuur geen haalbare zaak, dan is een vuur het slechtste idee om tijdens Pasen te ontsteken. Pasen is immers het feest van de opstanding uit de doden, van nieuw leven. Een paasvuur oogt misschien wel vrolijk, maar vervroegt ondertussen voor velen het moment om het tijdelijke voor het eeuwige om te wisselen.