Veldgids Diersporen, Annemarie van Diepenbeek

Sporen in de natuur maken nieuwsgierig. Welk dier heeft hier gelopen? Een das misschien of een steenmarter? En als je aan het vogels kijken bent en je ziet pootafdrukken in de modder, krakeend of meerkoet? Terecht stelt dr. Sim Broekhuizen in het voorwoord van de Veldgids diersporen dat er wel meer diersporengidsen zijn verschenen, maar geen zo uitgebreid als deze. Wil je zo veel mogelijk diersporen kunnen herkennen, dan is dit dé gids.

Zelf sta ik eerlijk gezegd niet altijd stil bij diersporen. Ongetwijfeld zie ik ze niet eens, al sta ik er met mijn neus bovenop. Dat gevoel bekroop me helemaal na het lezen van de Veldgids diersporen. Wat een sporen laten dieren toch achter. Het is haast nog overweldigender dan de dieren zelf! En al die sporen worden minutieus beschreven én afgebeeld in deze magnifieke veldgids.

veldgids diersporen

Om maar eens wat sporen op te sommen, je hebt: wissels, vraat- en piksporen, prooiresten, wroetplekken, voedselvoorraden, uitwerpselen, braakballen, gelei-achtige hoopjes, huidflarden, opgekrabde hoopjes aarde, nesten, holen en legers, modderbaden en schuur- en veegsporen. Op hoeveel van deze diersporen let jij?

Het intrigerende aan diersporen is dat het vaak de enige signalen zijn waaruit je kunt aflezen dat een bepaald dier aanwezig is. Sommige nachtdieren zie je zelden en alleen bij toeval. De rosse woelmuis bijvoorbeeld. Die eet evenals de bosmuis rozebottels. Bosmuizen knagen de bottel met een klein steeltje schuin af en slepen hem naar het nest om er de zaadkern op te eten. Ze doen dat door een zaadkern te halveren. Het spoor dat overblijft zijn de zaadhelften die je op de grond vindt. De rosse woelmuis daarentegen eet vooral het vruchtvlees en zelfs al eten ze ook de zaden, dan laten rosse woelmuizen een heel ander vraatbeeld achter dan bosmuizen. Zo subtiel kan het zijn!

Soms zijn woelmuizen zelf het spoor. Bijvoorbeeld wanneer een klapekster een woelmuis aan prikkeldraad heeft gespietst. Ook een fraai voorbeeld van een dierspoor zijn oppervlakte gangen. De mol laat oppervlaktegangen (zogenaamde ‘mollenritten’) achter van ongeveer 5 tot 6 centimeter breed. De veenmol laat oppervlaktegangen achter met dezelfde structuur, maar dan van 1 centimeter breed. En een wel heel bijzonder dierspoor: in weidegebieden zijn in het voorjaar soms cirkelvormige plekken te zien waar de vegetatie is geplet of weggesleten. Hier zijn kemphanen of poelsnippen druk geweest met baltsen. Platgetreden uitwerpselen zijn een extra aanwijzing. Door het wit in de uitwerpselen vallen deze plekken extra op.

En zo valt een duizelingwekkende opsomming van diersporen te noemen die deze bespreking even lang maakt als de Veldgids diersporen dik. De veldgids telt maar liefst 404 pagina’s die stuk voor stuk boordevol staan met minutieuze beschrijven en fraaie afbeeldingen van diersporen.

Ik ben toch vaak in de natuur, maar ik heb nooit beseft dat dieren zo veel sporen achterlaten. Na het lezen van de Veldgids diersporen van Annemarie van Diepenbeek ben ik meer dan ooit gespitst op diersporen in de natuur.

Ben je een amateur-spoorzoeker dan kun je niet om de Veldgids diersporen heen. Nog belangrijker zal de Veldgids diersporen zijn voor mensen die hem voor professioneel gebruik nodig hebben. Natuurbeheerders, landbouwers, tuinders en natuurfotografen bijvoorbeeld. Ik kan geen gids opnoemen die zo gedetailleerd zo veel diersporen beschrijft en afbeeldt. In één woord: magnifiek!

Vergelijking met de Diersporengids van Martin Laußer
In 2016 verscheen de gloednieuwe Diersporengids van Martin Laußer. Welke van de twee veldgidsen is voor jou de beste keuze? Dat hangt denk ik af van het type gebruiker dat je bent. De Veldgids Diersporen van Annemarie van Diepenbeek is zo minutieus en zo uitgebreid, dat hij denk ik vooral voor (semi-)professionals interessant is. De Diersporengids van Martin Laußer is veel toegankelijker van opzet en bevat zeer duidelijke kleurenillustraties (waar ik eerlijk gezegd meer van gecharmeerd ben). De Diersporengids is daarmee denk ik meer geschikt voor natuurliefhebbers. Hou verder rekening met het gewicht: de Veldgids diersporen is ruim twee keer zo zwaar dan de Diersporengids. Ook een factor om rekening mee te houden als je de zakgids wilt meenemen in het veld.

Veldgids diersporen / Annemarie van Diepenbeek / KNNV Uitgeverij / Hardcover