Recensie: Plukalmanak, Claus Meyer

plukalmanak claus meyerGoeie grutten, je zult toch wildplukker zijn en het vooral hebben voorzien op de vegetarische hapjes die onze natuur aanreikt. Dan heb ik nu een boek in mijn handen dat je beslist eens op moet pakken: de Plukalmanak van culinair zwaargewicht Claus Meyer. De uitgever overdrijft niet wanneer hij in de flaptekst beweert dat de Plukalmanak de ‘wildplukbijbel’ voor kenners en liefhebbers is.

Koop dit boek

Niemand minder dan Claus Meyer stelde de Plukalmanak samen, in samenwerking met natuurgids Søren Espersen. Claus Meyer is de drijvende kracht achter NOMA. Voor wie deze naam niets zegt: NOMA is een restaurant in Kopenhagen en verwierf wereldfaam nadat het tot twee keer toe werd uitgeroepen tot beste restaurant ter wereld. De koks in dit restaurant werken niets liever dan met lokale producten. Zo ook lokale planten die zelf worden gekweekt dan wel in het wild worden geoogst. Overigens is lokaal voor Meyer een ruim begrip: het strekt zich uit over Scandinavië en dat is iets ruimer dan alleen Denemarken.




De Plukalmanak is een indrukwekkend boek. Het bevat uitgebreide beschrijvingen van eetbare planten, paddenstoelen en vruchten en zaden van struiken en bomen. Daarbij zijn de seizoenen de leidraad. Voorjaar, zomer, herfst en winter zijn de belangrijkste hoofdstukken. Bij elk seizoen wordt een groot aantal planten die je dan kunt oogsten beschreven. En afgebeeld met prachtige kleurentekeningen die een beetje retro aandoen. Dat geeft de Plukalmanak een klassieke uitstraling. Zo zou je in het voorjaar pinksterbloemen kunnen oogsten, of peperkers. Peperkers is volgens Claus Meyer een van de meest opwindende eetbare planten. De smaak van deze plant is scherp als die van mierikswortel, maar dan rijker. Bij elk seizoen wordt ook een aantal recepten beschreven die elke kookliefhebber zou moeten kunnen bereiden. Geen al te exclusieve recepten die je in een restaurant als NOMA mag verwachten dus. Ik suggereerde in de eerste zin dat de Plukalmanak een vegetarische insteek heeft. Dat is niet helemaal juist. Het hoofdstuk ‘Winter’ sluit af met de beschrijving van twee heerlijke schelpdieren die je dan het beste kunt oogsten: alikruik en kokkel. En de recepten zijn zeker niet allemaal vegetarisch. Gestoofde haas met jeneverbes en gerstepap met paddenstoelen is bepaald geen 100% plantenhapje. De mierikswortelsneeuw daarentegen weer wel. Wanneer je je realiseert dat de Plukalmanak 312 pagina’s bevat, dan weet je dat het aantal planten dat wordt besproken én het aantal recepten zeer uitgebreid is. En dat de kwalificatie ‘Wildplukbijbel’ beslist niet overdreven is.

Claus Meyer en Søren Espersen wijzen je bovendien op de verschillende biotopen die je kunt bezoeken om planten te verzamelen. Ze geven daarbij ook aan welke eetbare planten en paddenstoelen je er kunt aantreffen. Tot slot geven de auteurs tips voor het conserveren van de oogst: drogen en inmaken.

De Plukalmanak is van oorsprong een Deense uitgave. En dat merk je. Een aantal planten zul je in Nederland niet vinden. In het voorwoord geeft de uitgever aan dat in dat geval zoveel mogelijk alternatieven uit de Nederlandse natuur worden aangereikt. Ook de teksten over de biotopen zijn duidelijk aan de Nederlandse context aangepast. Een prachtige en zeer bruikbare uitgave dus voor Nederlandse lezers.

Voor de derde en laatste keer schrijf ik het: de Plukalmanak is de Wildplukbijbel bij uitstek. Wat een prachtig en rijk boek! Warm aanbevolen!

Plukalmanak / Claus Meyer / KNNV Uitgever / Hardcover

Koop dit boek

 

voor wildplukkers